dbo:abstract
|
- Richard Swann Lull (6 de novembre de 1867 - 1957) fou un paleontòleg de principis del segle xx, actiu a la Universitat Yale, que avui en dia és recordat per defensar una visió de l'evolució predecessora de la síntesi evolutiva moderna, per la qual les mutacions podrien mostrar els misteris genètics que, al llarg del temps, porten a les poblacions a fenotips cada vegada més extrems. (ca)
- Richard Swann Lull, zitiert als R. S. Lull, (* 6. November 1867 in Annapolis; † 22. April 1957) war ein US-amerikanischer Wirbeltier-Paläontologe. Lull war der Sohn eines Marineoffiziers, seine Mutter Elizabeth Burton war Tochter des Generals . Lull war kurzsichtig und konnte deshalb nicht die militärische Laufbahn seiner Vorfahren einschlagen. Er studierte Zoologie am Rutgers College mit dem Masterabschluss 1896. 1918 erhielt er dort einen Ehrendoktor. Lull arbeitete kurz als Entomologe für das US-Landwirtschaftsministerium und wurde 1894 Assistant Professor und später Associate Professor für Zoologie am State Agricultural College in Amherst (Massachusetts). Dort war eine Sammlung fossiler Dinosaurier Spuren aus dem Red Bed des Connecticut River Tals, was ihn zur Paläontologie brachte. 1899 war er an der Ausgrabung des American Museum of Natural History in der jurassischen Bone Cabin Quarry in Wyoming (nördlich Laramie) beteiligt (unter Leitung von Henry Fairfield Osborn), die 1897 von Walter W. Granger entdeckt wurde und wo viele Skelette des Museums (wie ein Brontosaurus, Stegosaurus und Allosaurus) gefunden wurden. Dort wurde 1898 bis 1905 ausgegraben. Ab 1902 war er an Ausgrabungen des Museums in Montana beteiligt. 1903 wurde er an der Columbia University bei Osborn promoviert, war dann wieder in Amherst und ab 1906 Assistant Professor für Wirbeltier-Paläontologie an der Yale University und Associate Curator für Wirbeltier-Paläontologie am Peabody Museum of Natural History des Museums. 1922 bis zu seiner Emeritierung 1936 war er dort Direktor. In seine Zeit fiel der Umzug des Museums mit der Montierung einiger der großen Dinosaurierskelette aus der Sammlung von Othniel Charles Marsh (den Lull selbst nie traf da dieser 1894 starb) in der Great Hall. Lull war ein beliebter Lehrer in Yale. An Ausgrabungen nahm er in Yale kaum teil, nach seinen Worten konnte man die besten Ausgrabungen in den Magazinen des Peabody machen. 1917 wurde er in die American Academy of Arts and Sciences gewählt. 1933 erhielt er die Daniel Giraud Elliot Medal der National Academy of Sciences. 1951 wurde er Ehrenmitglied der Society of Vertebrate Paleontology. Er war (wie auch andere damalige Paläontologen) Anhänger einer zur Darwinschen alternativen Evolutionstheorie, die auch plötzliche Sprünge in der Artenbildung postulierte (Orthogenese). Als Beispiel nannte er das Geweih des Riesenhirsches Megaloceros giganteus (Irish Elk). Er prägte die Gattungsnamen (1904, ein Spurentaxon der Theropoden), Diceratops (1905, zusammen mit John Hatcher; heute ersetzt durch Nedoceratops), Proceratops (1906, als Ersatzname für Ceratops; beide heute Nomina dubia) und Anatosaurus (zusammen mit Nelda E. Wright, 1942; heute ein Synonym von Edmontosaurus). Zu seinen Schülern gehört George Gaylord Simpson. (de)
- Richard Swann Lull (6 de noviembre de 1867 - 22 de abril de 1957) fue un profesor de la Universidad Yale y paleontólogo estadounidense. Actualmente es más conocido por haber defendido una teoría no darwiniana de la evolución en la que las mutaciones podían desatar "impulsos genéticos" que conducirían a determinadas poblaciones hacia fenotipos cada vez más extremos. (es)
- Richard Swann Lull (November 6, 1867 – April 22, 1957) was an American paleontologist and Sterling Professor at Yale University who is largely remembered now for championing a non-Darwinian view of evolution, whereby mutation(s) could unlock presumed "genetic drives" that, over time, would lead populations to increasingly extreme phenotypes (and perhaps, ultimately, to extinction). (en)
- Richard Swann Lull (6 novembre 1867 - 22 avril 1957) est un paléontologue américain du début du XXe siècle actif à l'université Yale. (fr)
- Richard Swann Lull (Annapolis, 6 november 1867 – New Haven, 22 april 1957) was een Amerikaans paleontoloog uit de vroege twintigste eeuw. Lull werd geboren in Annapolis, Maryland, als zoon van marineofficier kapitein-ter-zee en diens eerste vrouw Elizabeth Burton, dochter van brigade-generaal en diens eerste vrouw Elizabeth Ferguson Smith. Zijn moeder, geboren in 1841, overleed reeds na drie jaar huwelijk in 1868; Richard had nog een oudere zus Elizabeth, geboren in 1866. "Swann" was niet zijn tweede voornaam maar een tweede familienaam die hij al vroeg zou aannemen om Annie Hill Swann te eren, een oudtante die eerst zijn moeder had opgevoed en daarna zijn eigen opvoeding ter harte zou nemen. In 1891 zou hij samen met zijn zus met succes de erfenis van zijn grootvader H.S. Burton, een ranch in Californië, opeisen van diens tweede, Mexicaanse, vrouw, de schrijfster . Op 2 juli 1894 huwde Lull te Newark de twintigjarige Clara Coles Boggs, dochter van de bankier Charles D. Boggs. Op 11 april 1895 werd hun dochter Dorothy H. Lull geboren. Lull was een episcopalian en republican. Richard werd, omdat hij loenste en in zijn puberteit half doof was geraakt door de bof, afgewezen door de United States Naval Academy, hoewel zijn vader daar docent was en hijzelf een enthousiast zeiler. Hij ging in plaats daarvan, na een voorbereidende opleiding vanaf 1884 aan de te Trenton, in 1888 natuurwetenschappen en uiteindelijk zoölogie studeren op het in New Jersey, alwaar hij in juni 1896 de graad Master of Science haalde. Lull, lang en atletisch gebouwd, was op het college een fanatiek hardloper, kogelslingeraar en speler van American football en haalde ook eens een gouden Myron W. Smith-medaille voor redekunst. Al na het bereiken van de graad van bachelor in 1893 was hij in juni van dat jaar als entomoloog gaan werken bij het Amerikaanse departement van landbouw; op 1 januari 1894 kreeg hij een positie als assistent-professor bij het in Amherst, Massachusetts. In de zomer van 1897 studeerde hij korte tijd aan het Marine Biological Laboratory te , op Long Island. In Amherst was het Amherst College gevestigd dat een aanzienlijke collectie fossielen bezat, waaronder de beroemde verzameling triadische dinosauriërsporen aangelegd door . Lull vatte hier een vurige belangstelling voor paleontologie op; in juni 1899 werd hij benoemd als conservator van het Zoölogisch Museum aldaar. In 1899 liet hij zich echter ook als veldwerker inhuren door de directeur van het American Museum of Natural History, Henry Fairfield Osborn, voor een opgraving in de beroemde Bone Cabin Quarry in Wyoming. Osborn zat een beetje met het geval in zijn maag: hij was erg onder de indruk geraakt van het aristocratische voorkomen van Lull, voornaam in houding en kleding, maar vreesde dat zijn nieuwe kracht wat overgekwalificeerd was voor het eenvoudige werk. Lull arriveerde dus op de vindplaats compleet met instructies om hem niet te sparen bij het hakken en stenen sjouwen. Dat jaar lukte het om een vrij compleet exemplaar van Brontosaurus te bergen en Lull bleek daarbij, intelligent, hard werkend en altijd correct in de omgang, een nuttige aanvulling van het team. Belangrijker voor Osborn was dat Lull het onderwerp ook theoretisch snel onder de knie kreeg en er technisch hoogwaardige artikelen over kon schrijven. In 1902 ging hij samen met Barnum Brown, die Lull nogal een verwaande kwast vond, op expeditie voor het AMNH naar Montana waar een schedel van Triceratops opgegraven werd, die door Lull beschreven zou worden. In 1903 haalde hij zijn doctorsgraad bij de Columbia University. Na nog een korte tijd bij het Amherst College in dienst te zijn geweest, werd Lull in 1906 benoemd als Assistant Professor of Vertebrate Paleontology bij het Yale College, en als Associate Curator of Vertebrate Paleontology bij het , het aan Yale verbonden natuurhistorisch museum. Hij functioneerde daar als opvolger van de plots overleden John Bell Hatcher en moest als conservator het restant van de collectie van de beroemde professor Othniel Charles Marsh beheren – belangrijke delen waren verkocht aan het AMNH en het Smithsonian. Als zodanig voltooide Lull de monografie over de Ceratopia die Marsh en Hatcher hadden voorbereid; een kwart eeuw later zou hij nog een eigen monografie over dit onderwerp laten verschijnen. Voor de fossielen uit New England zou hij echter een bijzondere belangstelling behouden. In 1911 adviseerde hij over de beschrijving van de in dit gebied gevonden Podokesaurus, de eerste dinosauriër die door een vrouw benoemd werd. In 1915 publiceerde hij Triassic Life of the Connecticut Valley, nog steeds een standaardwerk op dit gebied. In 1922 werd hij directeur van het Yale Peabody Museum en gaf leiding aan de bouw van een nieuwe tentoonstellingshal. Als eerste Amerikaanse museum toonde dit alle fossielen in een evolutionaire volgorde; het liet de mens zien als een eindfase in de evolutie van de primaten. Daarbij werden skeletten in een reeks van halfaap, aap, mensaap en mens neergezet. Lull bedacht ook een het publiek aansprekende wijze om modellen van prehistorische dieren op te stellen: de ene helft liet het dier in levenden lijve afgebeeld zien, de andere helft als skelet. Lull probeerde ook het creationisme, dat in de jaren twintig voor het eerst een belangrijke politieke stroming werd in Amerika, van repliek te dienen. Daartoe publiceerde hij in 1925 een half jaar vóór de opening van het nieuwe gebouw een populairwetenschappelijk boek, The Ways of Life, dat het bewijsmateriaal voor evolutie voor een groot publiek inzichtelijk maakte. Time Magazine, dat pro-evolutie was, toonde daarom op 1 juni 1925 een lithografie naar een pastel met het portret van Lull door op de omslag. Als professor bij Yale verrichtte Lull weinig veldonderzoek maar besteedde veel tijd aan het geven van colleges. Hij was zeer populair onder de studenten. Lull was een aanhanger van een school die indertijd als zeer modern gold maar tegenwoordig als totaal achterhaald wordt beschouwd: de die uitging van de gedachte dat genen complexe eiwitverbindingen waren, waarvan de eigenaardigheden "evolutionaire trends" zouden veroorzaken en waarvan de entropie tot "raciale veroudering" kon leiden. Deze gedachten zette hij onder andere uiteen in zijn Organic Evolution van 1917, waarin hij stelde dat de erfelijkheid samenhing met de totale energiehuishouding van het organisme. In zijn beschrijving van concrete diergroepen bleef Lull echter meestal zeer descriptief en vermeed het overal voorbeelden van degeneratie te willen ontdekken. Desalniettemin zou hij in de jaren zeventig hevig bekritiseerd worden door die Lull zag als hét voorbeeld van een verkalkte paleontoloog van de oude school die dinosauriërs als inferieur aan zoogdieren beschouwde. In 1936 ging Lull met pensioen, maar bleef tot bijna aan zijn dood als curator emeritus dienstbaar aan het museum. (nl)
- リチャード・スワン・ルル(Richard Swann Lull、1867年11月6日 - 1957年)は、20世紀に活動したアメリカ合衆国の古生物学者。 ルルはイェール大学で活動していた。トリケラトプスなどに代表されるケラトプス類の恐竜を専門とし、世界ではじめてケラトプス科をフリルの特徴から2つの亜科に分け、セントロサウルス亜科とケラトプス亜科(カスモサウルス亜科)を提唱した。ただし、彼の分類法は現在では一部否定されている。 ルルは、メリーランド州(アナポリス)で、海軍士官エドワード・フェルプス・ルルとエリザベス・バートン(ヘンリー・バートン将軍の娘)の間に生まれた。彼はラトガーズ大学で動物学を専攻し、アメリカ農務省で昆虫の分類をしたいがために勉強していた。 1894年にアマースト(現在のマサチューセッツ)で州立農業大学(現在のマサチューセッツ大学)で動物学の助教授になった。ルルの足跡化石への関心は、アマースト大学(足跡化石の研究で有名)で始まり、彼の進路は昆虫学から古生物学に変わった。 1899年には、アメリカ自然史博物館のブロントサウルスの骨格収集を支援し、同博物館のボーン・キャビン・クオリー(ワイオミング)への遠征のメンバーとして働いた。 1902年には、再びモンタナでアメリカ自然史博物館チームに加わり、その後、コロンビア大学教授ヘンリー・フェアフィールド・オズボーンの下で研究した。 1903年には、アマーストでイェール大学の古脊椎動物学の助教授の学位を取得し、同時にピーボディ博物館で古脊椎動物学の学芸員に就職した。彼はそれから50年の間、イェールにとどまった。 彼は前ネオダーウィニズムの合成理論を立証しようとしたことでも有名だが、そのために彼が唱えた、有名な仮説の1つは、オオツノシカの巨大な枝角が関係した。彼は、この角がどうしても自然淘汰の結果ではありえないと主張し、その代り、常に枝角のサイズを増加させることに向けた「鍵をかけていない遺伝駆動」の一部を支援した。実際に、枝角の貧弱なシカと、より発達した枝角を備えたシカが共存している。これは、非ダーウィン学派のもつ進化原動力の概念との明らかな相違を示す定向進化の例となる。ただし、両者の考えは現代科学によって否定されている。 (ja)
- Richard Swann Lull (ur. 6 listopada 1867, zm. 1957) – amerykański paleontolog z początku XX wieku. (pl)
|
rdfs:comment
|
- Richard Swann Lull (6 de novembre de 1867 - 1957) fou un paleontòleg de principis del segle xx, actiu a la Universitat Yale, que avui en dia és recordat per defensar una visió de l'evolució predecessora de la síntesi evolutiva moderna, per la qual les mutacions podrien mostrar els misteris genètics que, al llarg del temps, porten a les poblacions a fenotips cada vegada més extrems. (ca)
- Richard Swann Lull (6 de noviembre de 1867 - 22 de abril de 1957) fue un profesor de la Universidad Yale y paleontólogo estadounidense. Actualmente es más conocido por haber defendido una teoría no darwiniana de la evolución en la que las mutaciones podían desatar "impulsos genéticos" que conducirían a determinadas poblaciones hacia fenotipos cada vez más extremos. (es)
- Richard Swann Lull (November 6, 1867 – April 22, 1957) was an American paleontologist and Sterling Professor at Yale University who is largely remembered now for championing a non-Darwinian view of evolution, whereby mutation(s) could unlock presumed "genetic drives" that, over time, would lead populations to increasingly extreme phenotypes (and perhaps, ultimately, to extinction). (en)
- Richard Swann Lull (6 novembre 1867 - 22 avril 1957) est un paléontologue américain du début du XXe siècle actif à l'université Yale. (fr)
- Richard Swann Lull (ur. 6 listopada 1867, zm. 1957) – amerykański paleontolog z początku XX wieku. (pl)
- Richard Swann Lull, zitiert als R. S. Lull, (* 6. November 1867 in Annapolis; † 22. April 1957) war ein US-amerikanischer Wirbeltier-Paläontologe. Lull war der Sohn eines Marineoffiziers, seine Mutter Elizabeth Burton war Tochter des Generals . Lull war kurzsichtig und konnte deshalb nicht die militärische Laufbahn seiner Vorfahren einschlagen. Er studierte Zoologie am Rutgers College mit dem Masterabschluss 1896. 1918 erhielt er dort einen Ehrendoktor. Lull arbeitete kurz als Entomologe für das US-Landwirtschaftsministerium und wurde 1894 Assistant Professor und später Associate Professor für Zoologie am State Agricultural College in Amherst (Massachusetts). Dort war eine Sammlung fossiler Dinosaurier Spuren aus dem Red Bed des Connecticut River Tals, was ihn zur Paläontologie brachte. (de)
- リチャード・スワン・ルル(Richard Swann Lull、1867年11月6日 - 1957年)は、20世紀に活動したアメリカ合衆国の古生物学者。 ルルはイェール大学で活動していた。トリケラトプスなどに代表されるケラトプス類の恐竜を専門とし、世界ではじめてケラトプス科をフリルの特徴から2つの亜科に分け、セントロサウルス亜科とケラトプス亜科(カスモサウルス亜科)を提唱した。ただし、彼の分類法は現在では一部否定されている。 ルルは、メリーランド州(アナポリス)で、海軍士官エドワード・フェルプス・ルルとエリザベス・バートン(ヘンリー・バートン将軍の娘)の間に生まれた。彼はラトガーズ大学で動物学を専攻し、アメリカ農務省で昆虫の分類をしたいがために勉強していた。 1894年にアマースト(現在のマサチューセッツ)で州立農業大学(現在のマサチューセッツ大学)で動物学の助教授になった。ルルの足跡化石への関心は、アマースト大学(足跡化石の研究で有名)で始まり、彼の進路は昆虫学から古生物学に変わった。 1899年には、アメリカ自然史博物館のブロントサウルスの骨格収集を支援し、同博物館のボーン・キャビン・クオリー(ワイオミング)への遠征のメンバーとして働いた。 1902年には、再びモンタナでアメリカ自然史博物館チームに加わり、その後、コロンビア大学教授ヘンリー・フェアフィールド・オズボーンの下で研究した。 (ja)
- Richard Swann Lull (Annapolis, 6 november 1867 – New Haven, 22 april 1957) was een Amerikaans paleontoloog uit de vroege twintigste eeuw. Lull werd geboren in Annapolis, Maryland, als zoon van marineofficier kapitein-ter-zee en diens eerste vrouw Elizabeth Burton, dochter van brigade-generaal en diens eerste vrouw Elizabeth Ferguson Smith. Zijn moeder, geboren in 1841, overleed reeds na drie jaar huwelijk in 1868; Richard had nog een oudere zus Elizabeth, geboren in 1866. "Swann" was niet zijn tweede voornaam maar een tweede familienaam die hij al vroeg zou aannemen om Annie Hill Swann te eren, een oudtante die eerst zijn moeder had opgevoed en daarna zijn eigen opvoeding ter harte zou nemen. In 1891 zou hij samen met zijn zus met succes de erfenis van zijn grootvader H.S. Burton, een ra (nl)
|