An Entity of Type: Thing, from Named Graph: http://dbpedia.org, within Data Space: dbpedia.org

A tithe barn was a type of barn used in much of northern Europe in the Middle Ages for storing rents and tithes. Farmers were required to give one-tenth of their produce to the established church. Tithe barns were usually associated with the village church or rectory, and independent farmers took their tithes there. The village priests did not have to pay tithes—the purpose of the tithe being their support. Some operated their own farms anyway. The former church property has sometimes been converted to village greens.

Property Value
dbo:abstract
  • Als Zehntscheune oder Zehntscheuer wurde ein Lagerhaus zur Annahme und Aufbewahrung der Naturalsteuer (Zehnt) bezeichnet. In Bayern wird häufig der Begriff Zehntstadel verwendet. In Luxemburg spricht man von Zéintscheier oder Zéngtscheier. Häufig handelt es sich um Klosterscheunen, die ursprünglich im Eigenbetrieb der Klöster oder durch Grangien gebraucht wurden. Das Wort „Grangie“ leitet sich indirekt von lateinisch grangarium (Getreidespeicher) ab. Auch herrschaftliche Domänen und adlige Güter bedienten sich derartiger Scheunen. (de)
  • Colecturía era una troje o granero dedicado a los diezmos es decir la décima parte de los frutos del campo cosechados, que los feligreses de una diócesis suministraban anualmente para el mantenimiento del Cabildo eclesiástico. Durante el virreinato de las colonias españolas se reservaba un décimo para el rey. (es)
  • Une grange dîmière, grange dîmeresse ou grange aux dîmes, est un bâtiment permettant d'entreposer le résultat de la collecte de la dîme, un impôt de l'Ancien Régime en faveur de l'Église catholique (l’évêque était chargé d’en répartir le produit entre les prêtres, l’entretien des lieux de culte, lui-même et les pauvres) portant principalement sur les revenus agricoles collectés. Bien que cet impôt puisse être versé aussi en argent, il est souvent perçu en nature : un dixième de la récolte. Il est alors serré dans de vastes granges dîmières dépendant souvent d'un monastère ou d'une autorité civile qui se charge ensuite de le redistribuer aux différents bénéficiaires de la région. Le terme est parfois utilisé improprement pour désigner des granges médiévales ayant appartenu à un seigneur ou à une abbaye exploitant en direct ses terres. (fr)
  • Lumbung persepuluhan adalah sebuah jenis lumbung yang dipakai di sebagian besar Eropa utara pada Abad Pertengahan untuk menyimpan sewaan dan persepuluhan. Para petani diwajibkan untuk memberikan sepersepuluh hasil panen mereka kepada Gereja. Lumbung persepuluh biasanya berasosiasi dengan rektori atau gereja desa, dan para petani independen menempatkan persepuluhan disana. (in)
  • A tithe barn was a type of barn used in much of northern Europe in the Middle Ages for storing rents and tithes. Farmers were required to give one-tenth of their produce to the established church. Tithe barns were usually associated with the village church or rectory, and independent farmers took their tithes there. The village priests did not have to pay tithes—the purpose of the tithe being their support. Some operated their own farms anyway. The former church property has sometimes been converted to village greens. Many were monastic barns, originally used by the monastery itself or by a monastic grange. The word 'grange' is (indirectly) derived from Latin granarium ('granary'). Identical barns were found on royal domains and country estates. The medieval aisled barn was developed in the 12th and 13th centuries, following the examples of royal halls, hospitals and market halls. Its predecessors included Roman horrea and Neolithic long houses. According to English Heritage, "exactly how barns in general were used in the Middle Ages is less well understood than might be expected, and the subject abounds with myths (for example, not one of England's surviving architecturally impressive barns was a tithe barn, although such barns existed)". (en)
  • Een tiendschuur of tiendenschuur is het gebouw waarin tijdens de middeleeuwen en het ancien régime de belasting van pachters en boeren aan een kasteelheer of een klooster werd opgeslagen. Vaak ging het daarbij om de pachtsom in natura. De pachtsom kon zijn een tevoren vastgesteld aantal schoven of een deel van de oogst. Daarnaast waren veel boeren verplicht tot het betalen van tienden. Ze moesten een tiende deel van de oogst afdragen, oorspronkelijk aan kerkelijke instellingen, later aan particulieren die kerkelijke rechten hadden gekocht. Een tiendschuur is in veel gevallen een kloosterschuur die oorspronkelijk door het landbouwbedrijf van een klooster en zijn uithoven werd gebruikt. De Latijnse naam grangium voor kloosterboerderij is indirect afgeleid van het woord granarium (graanpakhuis). De middeleeuwse schuur is vanaf de twaalfde eeuw ontstaan op kloosterboerderijen, kroondomeinen en adellijke landgoederen. Voorlopers waren de middeleeuwse , het prehistorische woonstalhuis en het Romeinse graanpakhuis. Enkele tiendschuren zijn goed bewaard of gerestaureerd: * De Landcommanderij Alden Biesen van de Duitse Orde bij Bilzen. De grote gerestaureerde tiendschuur maakt nu deel uit van het congres- en ontmoetingscentrum. * De Abdij Ter Doest in Lissewege bij Brugge. De laat-veertiende-eeuwse tiendschuur is het enige deel van de abdij dat nog resteert. * Tiendschuur Herkenrode in de deelgemeente Kuringen van Hasselt, België. * Het Kasteel Holtmühle in Tegelen. In de gerenoveerde tiendschuur zijn nu het Towana Bezoekerscentrum en Keramiekcentrum Tiendschuur Tegelen gevestigd. * Kasteel Horn in Limburg. * In Moregem bevindt de tiendschuur zich op het domein van de vroegere pastorij. * In Panheel (Nederlands Limburg) bevond zich tot april 2008 de tiendschuur Heggerhof. Dit gebouw is door vrijwilligers zorgvuldig afgebroken en wordt binnen enkele jaren weer opgebouwd in het Limburgs Openluchtmuseum Eynderhoof in Nederweert-Eind. * Tiendenschuur te Tessenderlo. * Abdij van Tongerlo in Tongerlo, België. (nl)
  • Tiondebod (eller Kyrkohärbärge) (latin granarium) var en i äldre tider använd beteckning på ett förvaringsrum för den del av tiondet, som inte tillföll prästen. Tiondeboden får dock inte förväxlas med tiondelada. (sv)
dbo:thumbnail
dbo:wikiPageExternalLink
dbo:wikiPageID
  • 147609 (xsd:integer)
dbo:wikiPageLength
  • 10376 (xsd:nonNegativeInteger)
dbo:wikiPageRevisionID
  • 1123179014 (xsd:integer)
dbo:wikiPageWikiLink
dbp:wikiPageUsesTemplate
dct:subject
rdf:type
rdfs:comment
  • Als Zehntscheune oder Zehntscheuer wurde ein Lagerhaus zur Annahme und Aufbewahrung der Naturalsteuer (Zehnt) bezeichnet. In Bayern wird häufig der Begriff Zehntstadel verwendet. In Luxemburg spricht man von Zéintscheier oder Zéngtscheier. Häufig handelt es sich um Klosterscheunen, die ursprünglich im Eigenbetrieb der Klöster oder durch Grangien gebraucht wurden. Das Wort „Grangie“ leitet sich indirekt von lateinisch grangarium (Getreidespeicher) ab. Auch herrschaftliche Domänen und adlige Güter bedienten sich derartiger Scheunen. (de)
  • Colecturía era una troje o granero dedicado a los diezmos es decir la décima parte de los frutos del campo cosechados, que los feligreses de una diócesis suministraban anualmente para el mantenimiento del Cabildo eclesiástico. Durante el virreinato de las colonias españolas se reservaba un décimo para el rey. (es)
  • Lumbung persepuluhan adalah sebuah jenis lumbung yang dipakai di sebagian besar Eropa utara pada Abad Pertengahan untuk menyimpan sewaan dan persepuluhan. Para petani diwajibkan untuk memberikan sepersepuluh hasil panen mereka kepada Gereja. Lumbung persepuluh biasanya berasosiasi dengan rektori atau gereja desa, dan para petani independen menempatkan persepuluhan disana. (in)
  • Tiondebod (eller Kyrkohärbärge) (latin granarium) var en i äldre tider använd beteckning på ett förvaringsrum för den del av tiondet, som inte tillföll prästen. Tiondeboden får dock inte förväxlas med tiondelada. (sv)
  • Une grange dîmière, grange dîmeresse ou grange aux dîmes, est un bâtiment permettant d'entreposer le résultat de la collecte de la dîme, un impôt de l'Ancien Régime en faveur de l'Église catholique (l’évêque était chargé d’en répartir le produit entre les prêtres, l’entretien des lieux de culte, lui-même et les pauvres) portant principalement sur les revenus agricoles collectés. (fr)
  • A tithe barn was a type of barn used in much of northern Europe in the Middle Ages for storing rents and tithes. Farmers were required to give one-tenth of their produce to the established church. Tithe barns were usually associated with the village church or rectory, and independent farmers took their tithes there. The village priests did not have to pay tithes—the purpose of the tithe being their support. Some operated their own farms anyway. The former church property has sometimes been converted to village greens. (en)
  • Een tiendschuur of tiendenschuur is het gebouw waarin tijdens de middeleeuwen en het ancien régime de belasting van pachters en boeren aan een kasteelheer of een klooster werd opgeslagen. Vaak ging het daarbij om de pachtsom in natura. De pachtsom kon zijn een tevoren vastgesteld aantal schoven of een deel van de oogst. Daarnaast waren veel boeren verplicht tot het betalen van tienden. Ze moesten een tiende deel van de oogst afdragen, oorspronkelijk aan kerkelijke instellingen, later aan particulieren die kerkelijke rechten hadden gekocht. (nl)
rdfs:label
  • Tithe barns in Europe (en)
  • Zehntscheune (de)
  • Colecturía (es)
  • Grange dîmière (fr)
  • Lumbung persepuluhan (in)
  • Tiendschuur (nl)
  • Tiondebod (sv)
owl:sameAs
prov:wasDerivedFrom
foaf:depiction
foaf:isPrimaryTopicOf
is dbo:type of
is dbo:wikiPageRedirects of
is dbo:wikiPageWikiLink of
is dbp:buildingType of
is foaf:primaryTopic of
Powered by OpenLink Virtuoso    This material is Open Knowledge     W3C Semantic Web Technology     This material is Open Knowledge    Valid XHTML + RDFa
This content was extracted from Wikipedia and is licensed under the Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 Unported License
  NODES
Note 1