bastaard

Dutch

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈbɑs.taːrt/

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: bas‧taard

Etymology 1

From Middle Dutch bastaert, from Old French bastard.

Alternative forms

• basterd (archaic)

Noun

bastaard m (plural bastaarden or bastaards, diminutive bastaardje n)

1. a bastard, person born to unmarried parents; in some legal systems a non-heir, or on that criterium restricted to illegitimate sons
2. (derogatory) a crossbred offspring deemed to be genetically degenerated; bastard, mongrel
3. a bastardised term or language

Synonyms

• onecht/onwettig/illegitiem kind

Derived terms

• bastaardaap
• bastaardacacia
• bastaardarend
• bastaardbisschop
• bastaardbloed
• bastaardbokje
• bastaardbroeder
• bastaardcement
• bastaarddier
• bastaarddochter
• bastaardduits
• bastaarddwerg
• bastaarden
• bastaardengoed
• bastaardfrans
• bastaardgalei
• bastaardgeboorte
• bastaardgeep
• bastaardgerst
• bastaardhertebeest
• bastaardheul
• bastaardhoefblad
• bastaardhooi
• bastaardij
• bastaardjonkertje
• bastaardjood
• bastaardjute
• bastaardkerseboom
• bastaardkever
• bastaardkind
• bastaardklank
• bastaardklap
• bastaardklaproos
• bastaardklauwier
• bastaardklei
• bastaardkrab
• bastaardkroost
• bastaardlamp
• bastaardlatijn
• bastaardleer
• bastaardletter
• bastaardmauritaan
• bastaardmuskusdier
• bastaardmuur
• bastaardnachtegaal
• bastaardnarcis
• bastaardnazaat
• bastaardneef
• bastaardopstel
• bastaardpapierboom
• bastaardplant
• bastaardpoliep
• bastaardras
• bastaardrib
• bastaards
• bastaardsch
• bastaardschap
• bastaardschorpioen
• bastaardschutter
• bastaardslag
• bastaardsmaak
• bastaardsnip
• bastaardsoort
• bastaardspin
• bastaardspraak
• bastaardspruit
• bastaardstam
• bastaardsuiker
• bastaardtaal
• bastaardtelg
• bastaardterm
• bastaarduitgang
• bastaardverzen
• bastaardveulen
• bastaardvierschaar
• bastaardvijl
• bastaardvlies
• bastaardvloek
• bastaardvlot
• bastaardvoortteling
• bastaardvorm
• bastaardvorst
• bastaardwagen
• bastaardwederik
• bastaardwesp
• bastaardwijn
• bastaardwind
• bastaardwindhond
• bastaardwoord
• bastaardzaad
• bastaardzoon
• bastaardzuster
• basterdvanille
• verbasteren

 

Descendants

• → Indonesian: bastar
• →? Saramaccan: bása
• →? Sranan Tongo: basra

Etymology 2

From French bâtarde (cognate with the above), in some compound.

Noun

bastaard m (plural bastaarden, diminutive bastaardje n)

1. an old canon type