Dutch

edit
 
Een bittergarnituur met bitterballen, kroketjes en kaassoufflés.

Etymology

edit

Compound of bitter (bitters, type of strong spirits) +‎ garnituur. Named because they are often served as savoury snacks alongside alcohol drinks at toasts, cocktail parties, etc.

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /ˈbɪ.tər.ɣɑr.niˌtyːr/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: bit‧ter‧gar‧ni‧tuur

Noun

edit

bittergarnituur n (plural bittergarnituren, diminutive bittergarnituurtje n)

  1. (chiefly singular) an assortment of deep-fried snacks [from 1930s]
    Synonym: bruine fruitschaal
    • 1939, H. Moolhuisen, Menukunde. Handleiding voor het samenstellen van menu's en wat daarmede in verband staat, page 43:
      Zeer waarschijnlijk met dezelfde verwachting, die men van de bittergarnituur bij den borrel heeft.
      (please add an English translation of this quotation)

Further reading

edit
  NODES