draagvlak
Dutch
editEtymology
editFrom dragen (“to carry”) + vlak (“plane”).
Pronunciation
editNoun
editdraagvlak n (plural draagvlakken, diminutive draagvlakje n)
From dragen (“to carry”) + vlak (“plane”).
draagvlak n (plural draagvlakken, diminutive draagvlakje n)