eenzaamheid
Dutch
editEtymology
editPronunciation
editNoun
editeenzaamheid f (uncountable)
- loneliness
- De eenzaamheid overviel haar na het verlies van haar partner.
- Loneliness overwhelmed her after the loss of her partner.
- Het gevoel van eenzaamheid kan erg moeilijk zijn om mee om te gaan.
- The feeling of loneliness can be very difficult to cope with.
- Veel mensen ervaren een gevoel van eenzaamheid in drukke steden.
- Many people experience a sense of loneliness in busy cities.
Descendants
edit- Afrikaans: eensaamheid
- Negerhollands: eensaamheit