Dutch

edit

Etymology

edit

From kost +‎ -e- +‎ -lijk.

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /ˈkɔs.tə.lək/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: kos‧te‧lijk

Adjective

edit

kostelijk (comparative kostelijker, superlative kostelijkst)

  1. fantastic, enjoyable
    Deze peer heeft een kostelijke smaak.This pear has a fantastic taste.Dat wordt weer een kostelijke maaltijd.That will be an enjoyable meal again.
  2. (dated, dialectal) expensive
    Synonym: duur
  3. (dated, dialectal) valuable
    Synonyms: kostbaar, waardevol

Declension

edit
Declension of kostelijk
uninflected kostelijk
inflected kostelijke
comparative kostelijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial kostelijk kostelijker het kostelijkst
het kostelijkste
indefinite m./f. sing. kostelijke kostelijkere kostelijkste
n. sing. kostelijk kostelijker kostelijkste
plural kostelijke kostelijkere kostelijkste
definite kostelijke kostelijkere kostelijkste
partitive kostelijks kostelijkers

Descendants

edit
  • Negerhollands: kostlik, kostlig

Adverb

edit

kostelijk

  1. fantastically, enjoyably
    Ik heb me kostelijk vermaakt.I had a great time.
  NODES
Note 1