Dutch

edit

Etymology

edit

From on- +‎ geschikt.

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /ˌɔn.ɣəˈsxɪkt/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: on‧ge‧schikt

Adjective

edit

ongeschikt (comparative ongeschikter, superlative ongeschiktst)

  1. unsuitable
    Antonym: geschikt
  2. unfriendly

Declension

edit
Declension of ongeschikt
uninflected ongeschikt
inflected ongeschikte
comparative ongeschikter
positive comparative superlative
predicative/adverbial ongeschikt ongeschikter het ongeschiktst
het ongeschiktste
indefinite m./f. sing. ongeschikte ongeschiktere ongeschiktste
n. sing. ongeschikt ongeschikter ongeschiktste
plural ongeschikte ongeschiktere ongeschiktste
definite ongeschikte ongeschiktere ongeschiktste
partitive ongeschikts ongeschikters

Derived terms

edit
  NODES
Done 1