Dutch

edit

Etymology

edit

From ploeg (team) +‎ baas (boss).

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Noun

edit

ploegbaas m (plural ploegbazen, diminutive ploegbaasje n)

  1. (business, transport, construction) foreman, ganger, supervisor, team leader
    De ploegbaas gaf instructies aan de arbeiders op de bouwplaats.
    The foreman gave instructions to the workers at the construction site.
    De ervaren ploegbaas leidde het team bij de aanleg van de weg.
    The experienced foreman led the team in road construction.
    De bouwploeg bestaat uit een ploegbaas en een aantal geschoolde arbeiders.
    The construction gang consists of a ganger and a number of skilled workers.
    De ploegbaas verdeelde de taken en zorgde ervoor dat alles soepel verliep.
    The ganger assigned tasks and ensured that everything ran smoothly.
    Als ploegbaas is hij verantwoordelijk voor het toezicht op de productielijn.
    As a supervisor, he is responsible for overseeing the production line.
    De ploegbaas motiveert het team om hun doelen te bereiken.
    The team leader motivates the team to achieve their goals.
  NODES
see 1