ploegbaas
Dutch
editEtymology
editFrom ploeg (“team”) + baas (“boss”).
Pronunciation
editAudio: (file)
Noun
editploegbaas m (plural ploegbazen, diminutive ploegbaasje n)
- (business, transport, construction) foreman, ganger, supervisor, team leader
- De ploegbaas gaf instructies aan de arbeiders op de bouwplaats.
- The foreman gave instructions to the workers at the construction site.
- De ervaren ploegbaas leidde het team bij de aanleg van de weg.
- The experienced foreman led the team in road construction.
- De bouwploeg bestaat uit een ploegbaas en een aantal geschoolde arbeiders.
- The construction gang consists of a ganger and a number of skilled workers.
- De ploegbaas verdeelde de taken en zorgde ervoor dat alles soepel verliep.
- The ganger assigned tasks and ensured that everything ran smoothly.
- Als ploegbaas is hij verantwoordelijk voor het toezicht op de productielijn.
- As a supervisor, he is responsible for overseeing the production line.
- De ploegbaas motiveert het team om hun doelen te bereiken.
- The team leader motivates the team to achieve their goals.