stinkmarter
Dutch
editEtymology
editFrom stinken (“to stink”) + marter (“marten”).
Pronunciation
editNoun
editstinkmarter m (plural stinkmarters, diminutive stinkmartertje n)
- (uncommon) European polecat (Mustela putorius)
- Synonyms: bunzing, visse
- Marters? Marters? Wij hebben geen stinkmarters nodig!
- Martens? Martens? We don't need no stinkin' polecats!
- 1926 April 10, “Allerlei: Otter en bunzing”, in De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland, section 2:
- Veel bekender is de bunzing of stinkmarter, die trouwens heel wat locale benamingen heeft.
- Much more famous is the polecat or fitch, that has a lot of local names by the way.
- 1956 March 29, “ADAT A.B.C (31)”, in Nieuwsblad van het Noorden, page 21:
- Nertz. Deze zeer kostbare bontsoort is afkomstig van de stinkmarter.
- Mink pelt. This very valuable type of fur comes from the polecat.
- 2010, Pjeroo Roobjee, Een mismaakt gouvernment:
- 'Zij doet niets anders,' zei de vent die heel dicht de aard van de stinkmarter genaakte.
- 'She doesn't do anything else,' said the guy who approached the nature of the foumart very closely.