Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

uitgevend

  1. present participle of uitgeven

Declension

edit
Declension of uitgevend
uninflected uitgevend
inflected uitgevende
positive
predicative/adverbial uitgevend
uitgevende
indefinite m./f. sing. uitgevende
n. sing. uitgevend
plural uitgevende
definite uitgevende
partitive uitgevends
  NODES
Note 1