uitsparing
Dutch
editEtymology
editFrom uitsparen (“to save, leave space”) + -ing.
Pronunciation
editAudio: (file)
Noun
edituitsparing f (plural uitsparingen, diminutive uitsparinkje n)
From uitsparen (“to save, leave space”) + -ing.
Audio: | (file) |
uitsparing f (plural uitsparingen, diminutive uitsparinkje n)