See also: Grönlands

Dutch

edit

Etymology

edit

genitive (using -s) of Groenland 'Greenland' (from groen 'green (i.e. with some coastal vegetation)' + land)

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Adjective

edit

Groenlands (comparative Groenlandser, superlative meest Groenlands or Groenlandst)

  1. Greenlandic, in or referring to Greenland, its people etc.
  2. in or relating to the Greenlandic native (Inuit) language (see below)

Declension

edit
Declension of Groenlands
uninflected Groenlands
inflected Groenlandse
comparative Groenlandser
positive comparative superlative
predicative/adverbial Groenlands Groenlandser het Groenlandst
het Groenlandste
indefinite m./f. sing. Groenlandse Groenlandsere Groenlandste
n. sing. Groenlands Groenlandser Groenlandste
plural Groenlandse Groenlandsere Groenlandste
definite Groenlandse Groenlandsere Groenlandste
partitive Groenlands Groenlandsers

Noun

edit

Groenlands n (uncountable)

  1. the Greenlandic native (Inuit) language
edit
  NODES
Note 1