aanbevelenswaardig
Dutch
editEtymology
editFrom the gerund of aanbevelen (“to recommend”) + -s- + waardig (“deserving, worthy”).
Pronunciation
editAdjective
editaanbevelenswaardig (comparative aanbevelenswaardiger, superlative aanbevelenswaardigst)
- recommendable, advisable
- Synonym: aanbevelenswaard
- 2015 August 25, Alwin Kuiken, “Ombudsman: fout op fout bij pgb-debacle”, in Trouw:
- Het streven van staatssecretaris Van Rijn (PvdA, volksgezondheid) om de betalingssystematiek zo te veranderen dat er minder gefraudeerd kon worden, was aanbevelenswaardig, oordeelt de Ombudsman.
- Junior minister Van Rijn's (Labour Party, public health) goal of changing payment mechanisms in such way to reduce the possibility of fraud, was recommendable, the Ombudsman concludes.