dezelfde
Dutch
editEtymology
editUniverbation of de + zelfde.
Pronunciation
editDeterminer
editdezelfde m or f or pl (neuter hetzelfde)
- (singular) the same
- Ik heb dezelfde jurk als zij.
- I have the same dress as her.
- (plural) the same
- Dit zijn dezelfde mensen die we de vorige keer zagen.
- These are the same people we saw last time.
Pronoun
editdezelfde m or f or pl (neuter hetzelfde, personal plural dezelfden)
- (singular) the same [one]
- We hebben weer voor dezelfde gekozen.
- We chose the same one again.
- (plural) the same [ones]
- "Wil je wat koekjes?" "Als het maar niet dezelfde zijn als vorige keer."
- "Do you want some biscuits?" "As long they're not the same ones as last time."
Related terms
editdemonstrative
indefinite