Voir aussi : dagblað

Étymologie

modifier
Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
(Date à préciser) Composé de dag (« jour ») et de blad (« journal »).

Nom commun

modifier
Nombre Singulier Pluriel
Nom dagblad dagbladen
Diminutif dagblaadje dagblaadjes
 
Een reclame voor De Telegraaf, een Nederlands dagblad.

dagblad \daɣ.blat\ neutre

  1. (Journalisme) Quotidien, publication qui parait chaque jour.
    • De « Daily Mail », een groot Brits dagblad, schonk 1.000 pond voor de piloot die er in zou slagen over het Kanaal van Frankrijk naar Engeland te vliegen. Blériot wou het er op wagen. — (« Het is vijftig jaar geleden dat... Louis Blériot over het Kanaal vloog » in Kuifje numéro 29, 1959, page 11. → lire en ligne)
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)

Synonymes

modifier

Vocabulaire apparenté par le sens

modifier

Taux de reconnaissance

modifier
En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 99,6 % des Flamands,
  • 99,3 % des Néerlandais.

Prononciation

modifier
  • (Région à préciser) : écouter « dagblad [daɣ.blat] »

Références

modifier
  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]

Étymologie

modifier
Composé de dag et de blad.

Nom commun

modifier
Neutre Indéfini Défini
Singulier dagblad dagbladet
Pluriel dagblad dagbladen

dagblad \Prononciation ?\ neutre

  1. (Vieilli) Journal, quotidien.

Synonymes

modifier
  NODES
Done 1