De 24 uur van Le Mans is een jaarlijkse autorace op het Circuit de la Sarthe in Le Mans (Frankrijk). Per auto is er een coureursteam dat in 24 uur tijd zo veel mogelijk ronden rijdt. De race bestaat sinds 1923 en vindt meestal plaats in juni.
De 24 uur van Le Mans is een van de oudste en grootste autoraces ter wereld voor sportwagens. Het is, samen met de Grand Prix van Monaco en de Indianapolis 500, een van de beroemdste races van het jaar. Er komen zo’n 260.000 toeschouwers op af, er zijn 2500 journalisten aanwezig en bijna 200 miljoen mensen volgen de race op tv.[(sinds) wanneer?]
Het circuit ligt in het departement Sarthe aan de gelijknamige rivier en loopt kloksgewijs (rechtsom), deels over openbare wegen. Sinds 2018 is het circuit 13,626 kilometer lang en legt de winnende auto ruim 5000 kilometer af. Daarmee is een topsnelheid van 350 km/h en een gemiddelde snelheid van 220 km/h gemoeid.
De 24 uur van Le Mans werd voor het eerst gereden op 26 en 27 mei1923 op de gewone publieke wegen rond Le Mans. Vanaf het begin was de race jaarlijks, maar in de aanvankelijke opzet zou er een prijs uitgereikt worden voor de auto die opgeteld over drie opvolgende edities de grootste afstand afgelegd had. In 1928 liet men deze opzet los.
Op 11 juni 1955 gebeurde tijdens de race een ernstig ongeluk waarbij een racewagen na een botsing in het publiek belandde, waarbij de coureur en 82 toeschouwers omkwamen. Het was de grootste ramp uit de autosport ooit.
Tot 1970 werd de race gestart door middel van een Le Mansstart, de rijders renden na het startsignaal naar hun auto’s aan de overkant van de weg, waarna ze konden beginnen aan de race. Vanaf 1970 werd deze startmethode om veiligheidsredenen afgeschaft.
In de editie van 2006 won voor het eerst een auto met dieselmotor, de Audi R10 LM1. In de editie van 2012 won voor het eerst een diesel-hybride auto de wedstrijd, de Audi R18 E-tron quattro.
In 2020 werd de race in september en voor het eerst zonder publiek gereden, in verband met de coronapandemie.[1] In 2021 was de race verplaatst naar 21 en 22 augustus.[2]
In totaal starten er ongeveer 60 auto’s, in verschillende klassen, elk bestuurd door drie coureurs. De auto’s worden geselecteerd uit het veel grotere aantal ingeschreven auto’s. De door de organisatie uitgenodigde teams krijgen op de eerste zondag van mei de kans om één dag op het circuit te testen. Op de maandag en dinsdag voor de race in juni worden alle auto’s gekeurd op een plein in het oude centrum van de stad. Net als de test in mei trekt de keuring tienduizenden toeschouwers. Op woensdag wordt de eerste training gereden. Hierna volgt de eerste kwalificatie van 1 uur lang, waarin de top 6 per klasse doorgaat naar de zogeheten hyperpole. De rest start vanaf de plaats waarop deze eindigt in de kwalificatie op woensdag. Hierna volgt een avondtraining, in het donker. Op donderdag zijn er weer 2 trainingen, waarvan 1 's avonds. Tussen deze 2 is de Hyperpole, van 30 minuten, waarin per klasse om de pole position wordt gestreden. Net als tijdens de race, rijden in de kwalificaties en trainingen alle klasses tegelijk. Op de vrijdag, een rustdag, worden alle coureurs aan het einde van de middag in open klassieke auto’s door het centrum van de stad gereden. Deze parade trekt ruim 60.000 toeschouwers. Na een warming-up op zaterdagochtend en vele festiviteiten op de starting grid, gaat de 24 uur van Le Mans traditioneel om 15.00 uur van start.
Er doen vier verschillende klassen mee aan de 24 uur van Le Mans, met hierin de volgende deelnemende klassen:[3]
LM P1
Dit is de koningsklasse in de 24 uur van Le Mans. Alle auto’s uit deze klasse zijn volledig gesloten. Deze klasse is ook nog eens gesplitst in twee categorieën: LM P1 en LM P1-H. De laatste is speciaal voor fabrieksteams want deze mogen speciale hybride motoren gebruiken. Deze motoren bestaan uit een normale motor, meestal met turbo’s, en een elektrische motor. Voorbeelden zijn de Porsche 919 Hybrid, Audi R18 E-tron en de Toyota TS050 Hybrid.
In de gewone LM P1 categorie mag geen hybride motor gebruikt worden en deze categorie is voor teams met een beperkter budget. Voorbeelden hiervan zijn de Rebellion R-13 en de BR Engineering BR1.
Deze auto’s wegen minimaal 875 kg + 3 kg camera’s. De maximummaten van de auto’s zijn (L × B × H): 4650 × 1900 × 1050 mm. De motor moet een benzine of diesel viertaktmotor zijn. De inhoud van de motor mag niet meer zijn dan 5500 cc in de LM P1 klasse en is vrij voor de LM P1-H-categorie. Er bestaan ook restricties op het overmatig gebruik van brandstof. Kleur van het deelnemersnummer: Rode achtergrond, wit nummer.
LM P2
De LM P2-klasse is de klasse voor de ‘goedkopere’ prototypes, met een maximumprijs van 483 000 euro zonder motor. Alle auto’s in deze klasse moeten volledig gesloten zijn. Het minimumgewicht in deze klasse is 930 kg. De maximummaten van de auto’s zijn (L × B × H): 4750 × 1900 × 1050 mm.
Voorbeelden zijn de Ligier JS P217 en de Dallara P217. In 2004 voldeed alleen Lola-Judd nummer 32 aan de regels voor LM P2. Kleur van het deelnemersnummer: Blauwe achtergrond, wit nummer.
LM GTE PRO
Deze auto’s komen qua regels overeen met de GT1-auto’s uit de FIA GT-klasse. Er zijn slechts twee verschillen: de achtervleugel is kleiner en het gebruik van carbonremmen is toegestaan. De motorinhoud is maximaal 8 liter voor atmosferische motoren, 4 liter voor turbomotoren. Het gewicht van de auto's is minimaal 1100 kg. Voorbeelden: Ferrari 550 Maranello, Corvette C6-R, Aston Martin DBR9, maar ook de Saleen S7-R of de Maserati MC12 Corsa. Kleur van het deelnemersnummer: Groene achtergrond, wit nummer.
LM GTE AM
Dit zijn de GT2-auto's uit de FIA-GT-klasse. Het minimumgewicht is 1100 kg, de eisen aan de motoren zijn dezelfde als in de LM GT1-klasse. Voorbeelden zijn de Porsche 911 GT3 RSR, Ferrari 458. Kleur van het deelnemersnummer: Oranje achtergrond, wit nummer.
De auto's die gebruikt worden tijdens de 24 uur van Le Mans zijn technisch hoogstaande voertuigen. Veel fabrikanten gebruiken de prototypes om technologieën te ontwikkelen die in de normale personenauto's toegepast kunnen worden.