Ambassade van IJsland in Denemarken

ambassade

De ambassade van IJsland in Denemarken staat in Kopenhagen in de wijk Christianshavn en behartigt ook de relaties met Australië en Turkije. Het is de eerste diplomatieke missie van IJsland.

Ambassade van IJsland in Denemarken
Ambassade van IJsland in Denemarken
Locatie
Locatie Strandgade 89, Kopenhagen
Coördinaten 55° 41′ NB, 12° 36′ OL
Opening 1920
Officiële website
Portaal  Portaalicoon   Civiele techniek en bouwkunde

Geschiedenis

bewerken

In 1918 werd het IJslands onafhankelijkheidsreferendum gehouden, wat resulteerde in de Deense erkenning van IJsland als soevereine staat in de Akte van Unie van 1 december 1918.[1] Dit legde de basis voor de bilaterale betrekkingen tussen de twee staten. Op 16 augustus 1920 opende de IJslandse ambassade in Kopenhagen met Sveinn Björnsson als ambassadeur.[2]

De Deense koninkrijksdelen Faeröer en Groenland hebben elk een eigen consulaat-generaal, die resorteren onder de ambassade in Kopenhagen. Vanuit de ambassade worden ook de relaties met Australië en Turkije behartigd, waarbij de ambassadeur in beide landen formeel is geaccrediteerd.[3] Er zijn in het dekkingsgebied 15 honorair consuls benoemd, waarvan negen in Denemarken, vier in Turkije en twee in Australië.

Ambassadeurs

bewerken

De volgende diplomaten waren ambassadeur voor IJsland in Denemarken:

# Naam Aanstelling Einde missie Bron Vertegenwoordiging naar
1 Sveinn Björnsson 16 augustus 1920 1 juni 1924 [4][2]
1 juli 1926 17 juni 1941
Jón Krabbe 24 april 1940 7 september 1945 [5]
2 Jakob Möller 20 augustus 1945 30 december 1950

Finland (1947-1951)
3 Stefán Þorvarðsson 30 december 1950 20 augustus 1951
4 Sigurður Nordal 12 oktober 1951 9 augustus 1957
5 Stefán Jóhann Stefánsson 9 augustus 1957 22 mei 1965

Ierland (1957-1965, 1970-1976)
Turkije (1958-1976)
China (1973-1976)
6 Gunnar Thoroddsen 22 mei 1965 1 januari 1970
7 Sigurður Bjarnason 1 februari 1970 12 februari 1976
8 Agnar Klemens Jónsson 12 februari 1976 17 januari 1980

Israël (1976-1996)
Italië (1976-1996)
Turkije (1976-1996)
Litouwen (1991-1996)
9 Einar Ágústsson 17 januari 1980 12 april 1986
10 Hörður Helgason 29 mei 1986 25 januari 1991
11 Ingvi S. Ingvarsson 25 januari 1991 9 maart 1994
12 Ólafur Egilsson 9 maart 1994 13 februari 1996
13 Róbert Trausti Árnason 13 februari 1996 15 april 1999

Bosnië en Herzegovina (1996-1999)
Litouwen (1996-2003)
Turkije (1996-2010)
Israël (1999-2010)
Malta (1999-2003)
Roemenië (1999-2010)
Jordanië (2003-2007)
Tunesië (2003-2007)
Slovenië (2007-2010)
14 Helgi Ágústsson 15 april 1999 24 maart 2003
15 Þorsteinn Pálsson 24 maart 2003 22 november 2005
16 Svavar Gestsson 22 november 2005 15 februari 2010
17 Sturla Sigurjónsson 15 februari 2010 17 oktober 2014

Bulgarije (2010-)
Roemenië (2010-)
Turkije (2010-)
18 Benedikt Jónsson 17 oktober 2014 2019
19 Helga Hauksdóttir 1 augustus 2019 1 augustus 2023 [6][7]
20 Árni Þór Sigurðsson 22 september 2023 [8]
Bron tot en met maart 2016:[9] Lijst bijgewerkt in februari 2024.
bewerken

Referenties

bewerken
  NODES
Note 1