Belgische wetgevende verkiezingen 1848
Volledige wetgevende verkiezingen vonden plaats in België op dinsdag 13 juni 1848. Beide wetgevende Kamers werden dus geheel vernieuwd.
Wetgevende verkiezingen 1848 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 13 juni 1848 | ||||||
Land | België | ||||||
Te verdelen zetels | 108 (Kamer) 54 (Senaat) | ||||||
Resultaat | |||||||
Nieuwe regering | Rogier I | ||||||
Vorige regering | Rogier I | ||||||
Opvolging verkiezingen | |||||||
| |||||||
|
Vooraf
bewerkenDe kieswet van 1831 differentieerde in kiescijns op basis van de woonplaats: steden (waar liberalen sterker stonden) moesten een hogere cijns betalen dan het platteland (waar katholieken sterker stonden).
Twee jaar voor deze verkiezingen, op 13 juni 1846, hield de Liberale Partij haar stichtingscongres, waar ze een voorstel goedkeurde om de cijns te verlagen om zo het kiespubliek te verruimen. Tegen 1848 werd, in het licht van de revolutiegolf in Europa, een hervorming onvermijdelijk. Op voorstel van liberaal kabinetsleider Charles Rogier stemde het parlement de wet van 12 maart 1848 die de cijns gelijkvormig maakte over het hele land en tot het grondwettelijke minimum bracht (zie stemrecht in België). Dit verruimde het aantal kiesgerechtigden van zo'n 46.000 naar zo'n 79.000 mannen.
Bij wet van 26 mei 1848 werd de cumulatie van het mandaat van volksvertegenwoordiger of senator met een ambtelijke functie (magistraat, hoge officier of provinciegouverneur) uitgesloten.
Resultaten
bewerkenDankzij de wetswijziging behaalden de liberalen een grote overwinning op de katholieken. De liberalen breidden hun meerderheid in de Kamer van volksvertegenwoordigers uit en behaalden nu ook een meerderheid in de Senaat. De liberalen zouden hun meerderheid voor het grootste deel van de periode tot 1884 behouden.