De grothendieck-groep
G
(
H
)
{\displaystyle {\mathcal {G}}(H)}
van de commutatieve halfgroep
H
{\displaystyle H}
is bepaald door de volgende constructie. Op het cartesisch product
H
2
{\displaystyle H^{2}}
is een equivalentierelatie gegeven door:
(
a
1
,
b
1
)
∼
(
a
2
,
b
2
)
{\displaystyle (a_{1},b_{1})\sim (a_{2},b_{2})}
als er een
c
∈
H
{\displaystyle c\in H}
is, waarvoor
a
1
+
b
2
+
c
=
a
2
+
b
1
+
c
{\displaystyle a_{1}+b_{2}+c=a_{2}+b_{1}+c}
Dat dit een equivalentierelatie is, laat zich gemakkelijk bewijzen. De equivalentieklassen
{
[
(
a
,
b
)
]
}
{\displaystyle \{[(a,b)]\}}
vormen de grothendieck-groep:
G
(
H
)
=
H
2
/
∼
{\displaystyle {\mathcal {G}}(H)=H^{2}/\sim }
,
met als groepsbewerking :
[
(
a
1
,
b
1
)
]
+
[
(
a
2
,
b
2
)
]
=
[
(
a
1
+
a
2
,
b
1
+
b
2
)
]
{\displaystyle [(a_{1},b_{1})]+[(a_{2},b_{2})]=[(a_{1}+a_{2},b_{1}+b_{2})]}
,
als neutraal element de klasse
[
(
a
,
a
)
]
{\displaystyle [(a,a)]}
en als tegengestelde
−
[
(
a
,
b
)
]
=
[
(
b
,
a
)
]
{\displaystyle -[(a,b)]=[(b,a)]}
Met het halfgoephomomorfisme
ϕ
H
:
H
→
G
(
H
)
{\displaystyle \phi _{H}\colon H\to {\mathcal {G}}(H)}
, gedefinieerd door:
ϕ
H
(
a
)
=
[
(
a
+
a
,
a
)
]
{\displaystyle \phi _{H}(a)=[(a+a,a)]}
,
voldoen
G
(
H
)
{\displaystyle {\mathcal {G}}(H)}
en
ϕ
H
{\displaystyle \phi _{H}}
aan de voorwaarden van de universele eigenschap.
De genoemde relatie is inderdaad een equivalentierelatie, want:
(
a
,
b
)
∼
(
a
,
b
)
{\displaystyle (a,b)\sim (a,b)}
, aangezien
a
+
b
+
a
=
a
+
b
+
a
{\displaystyle a+b+a=a+b+a}
als
(
a
1
,
b
1
)
∼
(
a
2
,
b
2
)
{\displaystyle (a_{1},b_{1})\sim (a_{2},b_{2})}
, dan ook
(
a
2
,
b
2
)
∼
(
a
1
,
b
1
)
{\displaystyle (a_{2},b_{2})\sim (a_{1},b_{1})}
, aangezien
a
1
+
b
2
+
c
=
a
2
+
b
1
+
c
{\displaystyle a_{1}+b_{2}+c=a_{2}+b_{1}+c}
als
(
a
1
,
b
1
)
∼
(
a
2
,
b
2
)
{\displaystyle (a_{1},b_{1})\sim (a_{2},b_{2})}
en
(
a
2
,
b
2
)
∼
(
a
3
,
b
3
)
{\displaystyle (a_{2},b_{2})\sim (a_{3},b_{3})}
, zijn er
c
,
c
′
∈
H
{\displaystyle c,c'\in H}
met
a
1
+
b
2
+
c
=
a
2
+
b
1
+
c
{\displaystyle a_{1}+b_{2}+c=a_{2}+b_{1}+c}
en
a
2
+
b
3
+
c
′
=
a
3
+
b
2
+
c
′
{\displaystyle a_{2}+b_{3}+c'=a_{3}+b_{2}+c'}
, zodat
a
1
+
b
3
+
(
a
2
+
b
2
+
c
+
c
′
)
=
(
a
1
+
b
2
+
c
)
+
(
a
2
+
b
3
+
c
′
)
=
{\displaystyle a_{1}+b_{3}+(a_{2}+b_{2}+c+c')=(a_{1}+b_{2}+c)+(a_{2}+b_{3}+c')=}
=
(
a
2
+
b
1
+
c
)
+
(
a
3
+
b
2
+
c
′
)
=
a
3
+
b
1
+
(
a
2
+
b
2
+
c
+
c
′
)
{\displaystyle =(a_{2}+b_{1}+c)+(a_{3}+b_{2}+c')=a_{3}+b_{1}+(a_{2}+b_{2}+c+c')}
, en dus
(
a
1
,
b
1
)
∼
(
a
3
,
b
3
)
{\displaystyle (a_{1},b_{1})\sim (a_{3},b_{3})}
De geconstrueerde grothendieck-groep
G
(
H
)
{\displaystyle {\mathcal {G}}(H)}
is inderdaad een abelse groep, want de groepsbewerking is commutatief, aangezien
H
{\displaystyle H}
commutatief is, en
[
(
a
,
b
)
]
+
[
(
c
,
c
)
]
=
[
(
a
+
c
,
b
+
c
)
]
=
[
(
a
,
b
)
]
{\displaystyle [(a,b)]+[(c,c)]=[(a+c,b+c)]=[(a,b)]}
[
(
a
,
b
)
]
+
[
(
b
,
a
)
]
=
[
(
a
+
b
,
b
+
a
)
]
=
[
(
a
+
b
,
a
+
b
)
]
{\displaystyle [(a,b)]+[(b,a)]=[(a+b,b+a)]=[(a+b,a+b)]}
, dus het neutrale element
De groep
G
(
H
)
{\displaystyle {\mathcal {G}}(H)}
en het groepshomomorfime
ϕ
H
{\displaystyle \phi _{H}}
voldoen aan de universele eigenschap.
Stel namelijk dat voor
ϕ
:
H
→
G
{\displaystyle \phi \colon H\to G}
ψ
:
G
(
H
)
→
G
{\displaystyle \psi \colon {\mathcal {G}}(H)\to G}
ψ
′
:
G
(
H
)
→
G
{\displaystyle \psi '\colon {\mathcal {G}}(H)\to G}
geldt
ϕ
=
ψ
∘
ϕ
H
{\displaystyle \phi =\psi \circ \phi _{H}}
en ook
ϕ
=
ψ
′
∘
ϕ
H
{\displaystyle \phi =\psi '\circ \phi _{H}}
dus
ϕ
(
a
)
=
ψ
∘
ϕ
H
(
a
)
=
ψ
(
[
a
+
a
,
a
]
)
{\displaystyle \phi (a)=\psi \circ \phi _{H}(a)=\psi ([a+a,a])}
en
ϕ
(
a
)
=
ψ
′
∘
ϕ
H
(
a
)
=
ψ
′
(
[
a
+
a
,
a
]
)
{\displaystyle \phi (a)=\psi '\circ \phi _{H}(a)=\psi '([a+a,a])}
Dan is
ψ
′
(
[
a
,
b
]
)
=
ψ
′
(
[
a
+
a
+
b
,
b
+
a
+
b
]
)
=
ψ
′
(
[
a
+
a
,
a
]
+
[
b
,
b
+
b
]
)
=
{\displaystyle \psi '([a,b])=\psi '([a+a+b,b+a+b])=\psi '([a+a,a]+[b,b+b])=}
=
ψ
′
(
[
a
+
a
,
a
]
−
ψ
′
(
[
b
+
b
,
b
]
)
=
ψ
(
[
a
+
a
,
a
]
)
−
ψ
(
[
b
+
b
,
b
]
)
=
{\displaystyle =\psi '([a+a,a]-\psi '([b+b,b])=\psi ([a+a,a])-\psi ([b+b,b])=}
=
ψ
(
[
a
+
a
,
a
]
)
+
ψ
(
[
b
,
b
+
b
]
)
=
ψ
(
[
a
+
a
+
b
,
a
+
b
+
b
]
)
=
ψ
(
[
a
,
b
]
)
{\displaystyle =\psi ([a+a,a])+\psi ([b,b+b])=\psi ([a+a+b,a+b+b])=\psi ([a,b])}
dus
ψ
′
=
ψ
{\displaystyle \psi '=\psi }