Hendrik de Vries
Hendrik de Vries (Groningen, 17 augustus 1896 – Haren, 18 november 1989) was een Nederlands dichter en schilder.
Hendrik de Vries | ||||
---|---|---|---|---|
Hendrik de Vries, 1976
| ||||
Algemene informatie | ||||
Pseudoniem(en) | I. de Getijer, Riek van der Zee[1] | |||
Geboren | 17 augustus 1896 | |||
Geboorteplaats | Groningen | |||
Overleden | 18 november 1989 | |||
Overlijdensplaats | Haren | |||
Beroep | dichter, schilder | |||
Werk | ||||
Onderscheidingen | P.C. Hooftprijs 1973 | |||
Dbnl-profiel | ||||
|
Leven en werk
bewerkenDe Vries werd geboren als tweede zoon van Frouwktje Opten en de taalkundige en leraar Wobbe de Vries. Hij kende een allesbehalve vrolijke jeugd.[2] De Vries werkte van 1918 tot 1947 op het Gronings Gemeentearchief.
Als dichter publiceerde De Vries vanaf zijn jeugd. Zijn gedichten werden onder meer in het literaire tijdschrift Het Getij gepubliceerd. Hendrik de Vries was een vroege surrealist. Hij was anti-burgerlijk ingesteld en predikte vitaliteit. Het onderbewuste speelt een cruciale rol in zijn poëzie.
Veel van zijn inspiratie vond De Vries in de Spaanse wereld. Hij was zo in die Spaanse cultuur verdiept geraakt, dat hij heel wat gedichten (met name copla's) in het Spaans heeft geschreven.
Ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag werd door de gemeente Groningen de Hendrik de Vriesprijs ingesteld, en in 1986 het Hendrik de Vriesstipendium. De Vries was de eerste die de prijs in ontvangst mocht nemen.
Behalve dichter was De Vries een niet onverdienstelijk schilder.[3]
De Vries' gedicht Een schatrijke tuin werd in 2000 (en in een nieuwe versie in 2006) op een muur in de Aloëlaan in Leiden aangebracht als een van de meer dan honderd muurgedichten in Leiden.
De schrijver/dichter Willem Wilmink promoveerde in 1988 op een proefschrift over de door hem bewonderde Hendrik de Vries.
Prijzen
bewerken- 1946 - Hendrik de Vriesprijs
- 1948 - Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs voor Toovertuin
- 1951 - Bijzondere prijs van de Jan Campert-stichting voor zijn essayistisch werk over poëzie
- 1956 - Extra prijs van de Jan Campert-stichting
- 1959 - Culturele prijs van de provincie Groningen voor zijn gehele oeuvre
- 1962 - Constantijn Huygens-prijs voor zijn gehele oeuvre
- 1973 - P.C. Hooft-prijs voor zijn gehele oeuvre
Bibliografie
bewerken- 1917 - Het gat in Mars en het Milagrat
- 1920 - De nacht
- 1922 - Vlamrood
- 1923 - Lofzangen
- 1928 - Silenen
- 1931 - Spaansche volksliederen
- 1932 - Stormfakkels
- 1935 - Coplas
- 1937 - Atlantische balladen
- 1937 - Geïmproviseerd bouquet
- 1937 - Nergal
- 1939 - Romantische rhapsodie
- 1944 - Robijnen (clandestien gedrukt)[4]
- 1945 - Slingerpaden (clandistien gedrukt)[5]
- 1946 - Capricho's en rijmcritieken
- 1948 - Toovertuin
- 1951 - Distels en aloë's van de Iberische volkspoëzie
- 1955 - Gitaarfantasieën
- 1958 - Groninger symphonie
- 1964 - Iberia, krans van reisherinneringen
- 1966 - Diseño jondo
- 1971 - Cantos extraviados del español groninguense
- 1971 - Goyescos
- 1979 - Impulsen
- 1990 - Sprookjes
- 1993 - Verzamelde gedichten
- 2013 - Henri van Booven en Hendrik de Vries, Briefwisseling. Verzorgd en ingeleid door Sander Bink. [Baarn, 2013].
- 2019 - Brieven aan Simon Vestdijk, Hilversum, Verloren, 2019.
Externe link
bewerken- ↑ Hans Hazeu, Het pseudoniemen boek, 1987, De Bijenkorf, blz. 193
- ↑ Willem Wilmink: 'Levensbericht Hendrik de Vries'. In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1990. Gearchiveerd op 2 juni 2023.
- ↑ Profiel Hendrik de Vries bij het Groninger Museum. Gearchiveerd op 1 april 2023.
- ↑ Robijnen, De Jong 908, uitgave: De Bezig Bij, 1944, 32 p, Quousque tandem nr13, oplage: 525 ex. waarvan 25 genummerd
- ↑ Slingerpaden, De Jong 909, uitgave: Groningen, Abe Kuipers, jan. 1945, 6 bladen in map, ill., oplage: 100 exx.