Johannes Nicolaas Ramaer

Nederlands psychiater

Johannes Nicolaas Ramaer ('s-Hertogenbosch, 20 april 1817Haarlem, 2 november 1887) was een vooraanstaande Nederlandse psychiater in de 19e eeuw.[1]

J.N. Ramaer in 1887

Levensloop

bewerken

Ramaer studeerde geneeskunde, eerst in Utrecht en later in Groningen, nadat zijn ouders daarheen verhuisd waren. In 1836 beantwoordde hij een prijsvraag over ‘het oxygenium’ en werd daarvoor bekroond met een gouden medaille. Op 19 juli 1839 promoveerde hij op zijn dissertatie: De aethiopica generis humani varietate. Daarna verbleef hij enige tijd in het buitenland en bezocht Wenen, München, Marseille en Parijs.

Na zijn terugkomst vestigde hij zich als arts in Rotterdam. Op 22 mei 1841 werd hij bij besluit van de Gedeputeerde Staten van Gelderland benoemd als arts bij het krankzinnigengesticht in Zutphen. Op 18 januari 1842 kwam hij daar in dienst en een jaar later werd hij bevorderd tot eerste geneesheer, in welke functie hij werkzaam bleef tot 1 oktober 1863. Hij voerde er vele verbeteringen door, met name gericht op de behandeling van patiënten. Dit hing samen met het in werking treden van de eerste Krankzinnigenwet uit 1841. Hij was mede-oprichter van de "Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der Geneeskunst", de huidige KNMG.

Op 26 juli 1863 werd hij benoemd tot geneesheer-directeur van het krankzinnigengesticht te Delft en bleef daar werkzaam tot 1 juli 1869. Hierna vestigde hij zich in Den Haag als vrijgevestigd arts, maar bleef wel verbonden aan het gesticht te Delft. Op 19 juli 1872 werd hij benoemd tot "inspecteur der gestichten voor krankzinnigen". Deze functie verwisselde hij op 1 oktober 1884, met die van "inspecteur voor het Staats-toezicht op krankzinnigen" en verhuisde in maart 1886 naar Haarlem. In deze verschillende betrekkingen heeft hij grote invloed uitgeoefend op de ontwikkeling en verbetering van de behandeling van psychiatrische patiënten in Nederland en stond hij mede aan basis van de oprichting van de Nederlandse vereniging voor psychiatrie, de beroepsvereniging voor psychiaters, in 1871. Ramaer stond bekend om zijn toewijding, hartelijke belangstelling, kritische blik en omvangrijke kennis.

Personalia

bewerken

Ramaer was de vader van Johan Christoffel Ramaer.

Literatuur

bewerken
  • Over de aanwending van het microscoop tot geneeskundig onderzoek, in Archief voor geneesk. uitgeg. d.I.P. Heye I
  • Blik op de dierlijke vermogens en hunne betrekking tot de ziel (Rott. 1845)
  • Een woord aan niet-geneeskundigen over krankzinnigheid en krankzinnigenverpteging (Rott. 1846); Voorlezing over den terugkeer der krankzinnigheid en de middelen om deze te voorkomen (Rott. 1846)
  • Wat is waar, wat onwaar in het dierlijk magnetisme? Kritische beschouwing der Mesmerische daadzaken en theoriën door Daniel Noble, geneesheer te Manchester. Uit het Engelsch vertaald (Zutphen 1847); De wetenschap der natuur. in Gids 1848, II, 1
  • Anatomico-pathologische aanteekeningen, de hersenen en hare bekleedselen betreffende: 1o. over ecchymoses subarachnoïdeae, in Tijds. d. Ned. Maatsch. t. bev. d. Geneesk. 1850, I, 2e afd. 69 en 274; De geneeskunde als stellige wetenschap, Ibid. 1851, II, 2de afd. 3
  • Over de verwerping van het begrip ontsteking, Ibid. 130; Over ongelijke pupillen bij krankzinnigen, Ibid. 210; Aanteekeningen over varicositeit van de aderen der pia mater, Ibid. 1852, III, 2de afd. 102; Dronkenschap en krankzinnigheid. Eene voorlezing (Tiel 1852)
  • Talrijke bijdragen op psychiatrisch gebied in het Nederl. Tijds. voor gerechtelijke geneeskunde en psychiatrie, onder zijn redactie, I en II (1853-54)
  • De verhouding van de hersenschors tot de witte zelfstandigheid, welke zij begrenst, in Aant. v.h. prov. Utr. genoots. 25 Juli 1855
  • Brieven over de behandeling der krankzinnigen vóór hunne plaatsing in de gestichten in Ned. Tijds. v. Geneesk., 1857, 113
  • Aanteekening over het nut van den pyrophosphas ferrico-natricus bij krankzinnigen, Ibid. 715; Over den tegenwoordigen toestand der psychiatrie, Ibid. 1878, I, 597
  • Gerechtelijk-zielkundig verslag betreffende den van poging tot moord verdachten M.... K.... B..., Ibid. 1879, II, I
  • Wils-bepaling, wetsbepaling, Ibid. 1880, I, 725
  • De ontwikkeling van het krankzinnigengesticht in deze eeuw, Ibid. 1886, I, 365
  • Verslagen betreffende het gesticht voor krankzinnigen te Zutphen, ingediend aan H.H. Gedeputeerde Staten der prov. Gelderland 1843-63
  • Verslag betreffende eenige krankzinnigengestichten in Frankrijk en het daaraan verbonden landbouwbedrijf der verpleegden uitgebr. met C.J. Feith en P.F. Hubrecht (1873)
  • Verslag van den staat der gestichten voor kranzinnigen in de jaren 1869-74 met Dr. H. van Cappelle ('s Grav. 1878); hetzelfde over 1875-77 ('s Grav. 1887)
  • Die Pflichten des Staates in Beziehung auf Geisteskranke in Compte-rendu van het internat. geneesk. Congres te Amsterdam 1879
  • Psychiatrische aanteekeningen op het ontwerp van wet tot vaststelling van een Wetboek van strafrecht ('s Grav. 1880)
  • Die psychische Analyse als Grundlage der psychiatrischen Diagnose, in Compte-rendu v.h. internat. geneesk. congres te Kopenhagen, 1884
  • Verslag van de Nederl. psych. vereen. uitgebracht in opdracht van het internat. congres van beoefenaars der psychiatrie in 1885 te Antwerpen gehouden, over Classificatie der Psychosen, in Psychiatr bladen, Sept. 1887 (Haarlem).
bewerken
  NODES
Intern 3
Note 1
OOP 3
os 7