Padadders
Padadders[1] (Causus) zijn een geslacht van slangen uit de familie adders (Viperidae) en de onderfamilie echte adders (Viperinae).
Padadders | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Causus rhombeatus, exemplaar op de Magaliesberg, Zuid-Afrika. | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||
Causus Wagler, 1830 | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
Padadders op Wikispecies | |||||||||||||||
|
Naam en indeling
bewerkenDe wetenschappelijke naam van de groep werd voor het eerst voorgesteld door Johann Georg Wagler in 1830. Vroeger werd het geslacht een eigen onderfamilie toegekend (Causinae), maar dit wordt beschouwd als verouderd. De slangen werden eerder aan andere geslachten toegekend, zoals Heterodon, Aspidelaps en het niet langer erkende geslacht Distichurus.
Er zijn zeven soorten, inclusief de pas in 2014 beschreven soort Causus rasmusseni.[2]
Uiterlijke kenmerken
bewerkenDe slangen hebben een relatief slank lichaam en hebben grote schubben aan de bovenzijde van de kop, in tegenstelling tot andere groepen van adders. Padadders hebben geen spleet-achtige pupil zoals alle andere adders, maar een ronde pupil.[3]
Levenswijze
bewerkenDe naam padadders is te danken aan het voedingspatroon, want de slang eet namelijk voornamelijk padden. Bij andere slangen komt het wel vaker voor dat amfibieën worden gegeten, zoals de bekende ringslang. De adders echter leven vrijwel allemaal van zoogdieren, waarop de padadders een uitzondering vormen. De slangen zijn ongevoelig voor het gif dat de padden bij zich dragen in de huid. Padadders zijn ondanks hun Engelstalige naam 'night adders' niet 's nachts actief, maar overdag en tijdens de schemering. Ze schuilen onder stenen of in termietenheuvels.[4]
De vrouwtjes zetten eieren af en zijn niet eierlevendbarend zoals de meeste adders, waarbij de jongen levend ter wereld komen.
Verspreiding en habitat
bewerkenAlle soorten komen voor in grote delen van Afrika en leven in de landen Mauritanië, Senegal, Gambia, Mali, Burkina Faso, Niger, Tsjaad, Centraal-Afrikaanse Republiek, Ethiopië, Oeganda, Soedan, Ivoorkust, Kameroen, Congo-Kinshasa, Congo-Brazzaville, Ghana, Togo, Benin, Guinee, Nigeria, Gabon, Angola, Sierra Leone, Kenia, Liberia, Zambia, Mozambique, Malawi, Rwanda, Burundi, Zuid-Afrika, Somalië, Botswana, Zimbabwe, Tanzania, Equatoriaal-Guinea en Namibië.[2] Het leefgebied bestaat uit vochtige gebieden, zoals moerassen en vochtige graslanden, wat samenhangt met hun voedingspatroon van amfibieën die droge gebieden vermijden.[4]
Soorten
bewerkenHet geslacht omvat de volgende soorten, met de auteur en het verspreidingsgebied.
Bronvermelding
bewerkenReferenties
- ↑ Bernhard Grzimek (1971). Het Leven Der Dieren Deel VI: Reptielen. Kindler Verlag AG, Pagina 550. ISBN 90 274 8626 3.
- ↑ a b The Reptile Database - Peter Uetz & Jakob Hallermann, Causus.
- ↑ Kleine Winkler Prins (1980). Dieren encyclopedie deel 1: A - COC. Winkler Prins, Pagina 26. ISBN 90 10 02845 3.
- ↑ a b Graham Alexander en John Marais (2007). A Guide to the Reptiles of Southern Africa. Struik Nature, Pagina 170, 171. ISBN 978 1 77007 386 9.
Bronnen
- (en) – Peter Uetz & Jakob Hallermann - The Reptile Database – Causus - Website Geconsulteerd 21 juli 2021