Aan de voet van de Grote Muur zag China haar intrede in het wereldkampioenschap, een plek die het min of meer om politieke en economische redenen had verkregen. Het minieme krediet die het evenement had bij de teams en rijders werd tevens niet geholpen door de regenachtige weersomstandigheden, die ervoor zorgde dat proeven op de openingsdag geslachtofferd moesten worden om de veiligheid te kunnen garanderen. Hoe dan ook verliep de rally organisatorisch redelijk vlekkeloos en het was Didier Auriol die naar een langverwachte eerste overwinning van het seizoen toe greep. De gedwongen opgave van Tommi Mäkinen bracht Auriol nu ook wederom op gelijke hoogte met hem in het kampioenschap. Richard Burns bleef lange tijd in het spoor van Auriol, maar een mindere bandenkeuze op de slotdag zag enige kans op de overwinning vervagen en hij consolideerde vervolgens voor plaats twee. Carlos Sainz, die van de rijders misschien wel het meest vocaal was tegen het evenement, maakte op afstand het podium compleet.