Readymade (ook: objet trouvé) is een kunstvorm ontstaan in het begin van de 20e eeuw. De bekendste kunstenaar die de readymade gebruikte was dadaïst Marcel Duchamp. Een industrieel voorwerp wordt uit zijn alledaagse context gehaald en tot kunst bestempeld doordat het in een museale omgeving wordt getoond. Deze praktijk begon met de dadaïsten en werd in de twintiger en dertiger jaren vooral gecultiveerd door de surrealisten.

Fontaine van Elsa von Freytag-Loringhoven, vaak toegeschreven aan Marcel Duchamp

Toelichting

bewerken

Elsa von Freytag-Loringhoven zond voor de tentoonstelling van de Société des Artistes Indépendants in 1917 een als een beeldhouwwerk gepresenteerd, op zijn achterkant liggend porseleinen urinoir in, tot ontsteltenis van de verzamelde critici en galeristen. De readymade, die in het verleden vaak werd toegeschreven aan Marcel Duchamp, werd geweigerd, tot grote woede van Marcel Duchamp, die daarop uit het bestuur van de tentoonstelling stapte. De inzending was gesigneerd "R. Mutt" (Engelse verbastering van het Duitse 'Armut', armoede). Buiten de presentatie als beeld, namelijk een kwartslag gedraaid, buiten de fantasiesignatuur en de titel Fontaine (Fontein) had Elsa von Freytag-Loringhoven niets aan het object toegevoegd. Wél had zij het met haar daad een alledaags gebruiksvoorwerp van zijn gebruikelijke functie ontdaan en gepromoveerd tot een kunstwerk.

Elsa von Freytag-Loringhoven wilde wie bij beeldende kunst betrokken was erover laten nadenken welke factoren iets tot een kunstwerk maken. De readymades van Elsa von Freytag Loringhoven en bevriende kunstenaar Marcel Duchamp voltrokken op die manier de door hen gepropageerde overgang van een 'retinale' kunst (voor het netvlies) naar een 'mentale' kunst (die toeschouwers aan het denken zet). Bij deze dadaïsten is de idee over kunst belangrijker dan de ambachtelijke uitvoering ervan en geldt als zodanig als de wegbereider van de conceptuele kunst.

Een andere readymade van Elsa von Freytag Loringhoven is God uit 1917. Readymades van Duchamp zijn een sneeuwschop (En prévision du bras cassé/In Advance of the Broken Arm) en een op een krukje gemonteerd fietswiel (Roue de bicyclette) uit 1913.

De readymades hebben de beeldende kunst van de 20e eeuw enorm beïnvloed, getuige bijvoorbeeld de installaties van de Belgische kunstenaar Guillaume Bijl, die een heel leslokaal van een autorijschool nabootste en in een ander werk een museum imiteerde; een ruimtelijke uitbreiding van het ready-made-principe. Of de Eat-Art van Daniel Spoerri, die in zijn tableaux-pièges alles wat toevallig bij een vriendenetentje op tafel verzeilt, fixeert en voor het nageslacht bewaart. Maar ook hierbij is het kunstwerk in spe kant-en-klaar.

Poëzie

bewerken

De readymade drong ook snel door in de Europese poëzie in de jaren 1920. De Vlaming Paul van Ostaijen gebruikte gevonden teksten in zijn experimentele bundel Bezette Stad (1921), die hij vermengde met zijn eigen woorden. Bekend is ook zijn Huldegedicht aan Singer waarin hij een reclameslogan van Singer Naaimachines opnam. In Nederland werd de readymade pas 40 jaar later populair. In de jaren 1960 publiceerde het tijdschrift Barbarber veel readymades. Men duidt ze ook wel aan als "gevonden poëzie". Dichters die readymades schreven zijn onder andere K. Schippers, Jules Deelder[1], Armando, Cornelis Bastiaan Vaandrager en C. Buddingh'.

Zie ook

bewerken
  NODES
Note 1