Na een chaotische openingsfase ontstond een omvangrijke kopgroep, met daarin onder meer de Nederlanders Pieter Weening en Martijn Keizer en de Belg Maxime Monfort. Ook de nummers twee, vier en vijf van het klassement, Simon Gerrans, Esteban Chaves en Roman Kreuziger zaten in die kopgroep. De samenstelling daarvan wisselde echter voortdurend.
Op de Passo del Termine, de tweede berg van de dag werd in het peloton het tempo opgevoerd door de Astana-ploeg. Een man of twintig konden mee met de Astana-trein, maar klassementsleider Michael Matthews moest lossen en zou uiteindelijk twintig minuten verliezen. De laatste zeventien kilometer waren een plaatselijke ronde, met daarin de Biassa. Aan de voet van die berg had de kopgroep (gereduceerd tot veertien man) ruim anderhalve minuut voorsprong op wat er over was gebleven van het peloton. Op de flanken van de Biassa sprong Davide Formolo weg van zijn overgebleven vluchtmakkers, terwijl in het peloton Fabio Aru (Astana) een versnelling plaatste. Alberto Contador en Richie Porte waren de enige die Aru konden volgen en dit trio zou later aansluiten bij het groepje achtervolgers. Ze kwamen echter te laat voor de dagzege: Formolo viel niet stil en had uiteindelijk 22 tellen voorsprong op de achtervolgers. De sprint om de tweede plaats werd gewonnen door Simon Clarke, die juichend over de streep kwam, hoewel hij later beweerde dat die vreugde kwam doordat hij de roze trui had veroverd. De derde plek was voor de Venezolaan Jonathan Monsalve.
Aru, Contador en Porte waren de enige favorieten die in het achtervolgende groepje zaten. Jurgen Van den Broeck en Rigoberto Urán verloren een minuut op Formolo, ex-Girowinnaar Ryder Hesjedal verloor ruim vijf minuten en Steven Kruijswijk verloor meer dan acht minuten. Schaduwfavoriet Ilnoer Zakarin, die onlangs de Ronde van Romandië had gewonnen, kwam op meer dan een kwartier binnen.
Bronnen, noten en/of referenties