Rousseaceae is een familie van groenblijvende lianen (Roussea), struiken of kleine bomen die voorkomen op Mauritius, oostelijk Australië, Nieuw-Guinea, de Salomonseilanden, Vanuatu en Nieuw-Zeeland. Melksap komt ten minste bij het geslacht Abrophyllum voor. De bladeren zijn ongedeeld, getand – althans aan de top –, en staan verspreid, of kruiswijs (bij Roussea). De bloemen zijn meestal vijftallig, maar aan dezelfde planten komen soms vier- of zestallige exemplaren voor. De witte, groenig gele (Abrophyllum) of oranje (Roussea) kroonbladeren staan op de rand van een schijf met daartussen de meeldraden. Het vruchtbeginsel is bovenstandig, of tussenstandig (bij Carpodetus), maar bestaat altijd uit vijf vruchtbladen. Deze ontwikkelt zich tot een vlezige bes, of een doosvrucht (bij Cuttsia).[1]
Roussea simplex werd in 1789 door James Edward Smith beschreven, als onderdeel van de Campanulaceae. Deze toedeling werd echter in 1830 verworpen door Alphonse Pyramus de Candolle die verondersteld dat de soort verwant was aan de Escalloniaceae, Loganaceae of Goodeniaceae. Zijn vader, Augustin Pyramus de Candolle, richtte uiteindelijk de monotypische familie Rousseaceae in 1839. John Lindley dacht dat de soort familie was van Argophyllum, Ixerba en Brexia en bracht Roussea onder in de Brexiaceae in 1853. De meeste latere auteurs waren het eens met Lindley, maar verschilden van mening over de taxonomische rang van deze groep, van een orde, familie, onderfamilie (in de Saxifragaceae of de Escalloniaceae) tot een tribus (in de Escallonioideae binnen de Saxifragaceae). In het Cronquistsysteem (1981) werden deze planten ingedeeld in de familie Grossulariaceae. Andere auteurs betwijfelden de verwantschap met Brexia, of grond van verschillen in het pollen, de anatomie en de chemie. Nadat methodes zijn ontwikkeld om DNA te gebruiken om verwantschappen tussen organismen te onderzoeken (fylogenetica), is de relatie van Roussea met de Asterales bij herhaling bevestigd.[2] In eerste instantie werd er nog een onderscheid gemaakt tussen twee families: de Carpodetaceae en de Rousseaceae s.s. in het APG-systeem (1998).
Fylogenetische analyse geeft aan dat Carpodetus is de zustergoep is van het cluster dat bestaat uit Abrophyllum en Cuttsia. Deze drie samen kunnen worden ondergebracht in de onderfamilie Carpodetoideae als de zustergroep van Roussea die als enige de onderfamilie Rousseoideae vormt. Samen vormen deze onderfamilies de familie Rousseaceae.[2] Het verspreidingsgebied van Roussea ligt ook het verst van dat van de andere geslachten verwijderd. Dit resulteert in de volgende verwantschapsboom.[3]
orde Asterales |
|
|
familie Campanulaceae (± cosmopoliet)
|
|
familie Rousseaceae |
onderfamilie Rousseoideae |
Roussea (Mauritius)
|
|
onderfamilie Carpodetoideae |
(oostelijk Australië) |
|
|
|
Carpodetus (Nieuw Guinea, Solomon Eilanden, Vanuatu, Nieuw Zeeland)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
andere Asterales families
|
|
|
|