Ruth Andreas-Friedrich
Ruth Andreas-Friedrich (Berlin-Schöneberg, 23 september 1901 – Gauting, 17 september 1977) was een Duitse journaliste. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was ze een van de leiders van de Duitse verzetsgroep Oom Emil.
Ruth Andreas-Friedrich | ||||
---|---|---|---|---|
Herdenkingsplaquette bij het voormalige huis van Ruth Andreas-Friedrich
| ||||
Algemene informatie | ||||
Geboren | 23 september 1901 Berlin-Schöneberg | |||
Overleden | 17 september 1977 Gauting | |||
Nationaliteit(en) | Duitsland | |||
Beroep(en) | Journalist | |||
|
Levensloop
bewerkenRuth Andreas werd geboren als de dochter van artistiek directeur Max Adolf Behrens en diens vrouw Margarete Wilhelmine von Drewitz. Als jonge vrouw was ze aangesloten bij de Wandervogels. In 1922 voltooide ze een opleiding tot sociaal werker en liep vervolgens een stage in een boekhandel. Vanaf de jaren twintig schreef ze recensies en feuilletons voor de Neue Badische Landeszeitung en de Königsberger Allgemeine Zeitung. Andreas trouwde in 1924 met Otto Friedrich, later voorzitter van de grootste West-Duitse werkgeversorganisatie. Samen kregen zij een dochter, Karin. In 1930 strandde het huwelijk.
Vanaf de jaren dertig woonde Andreas-Friedrich samen met de dirigent Leo Borchard. Rondom hen ontstond van af 1938 de verzetsgroep Onkel Emile. De groep bestond uit artsen, journalisten en andere intellectuelen. Zij zorgden voor voedsel, schuilplaatsen en valse papieren voor vervolgden van het naziregime, waaronder veel Joden. Via hun netwerk pleitte de groep voor ter dood veroordeelden, waaronder Helmuth James Graf von Moltke. Ook stond de groep de families van politiek vervolgden bij en verspreidde de snelschriften van de Witte Roos.
Tussen 1938 in 1948 hield Andrea-Friedrich een dagboek bij. De eerste uitgave verscheen in 1947 onder de titel Surhkamp Verslag en beslaat de periode 1938 tot 1945. Later werd het dagboek gepubliceerd onder de titel Schauplatz Berlin. Het dagboek heeft een belangrijke historische waarde omdat Andreas-Friedrich over een breed netwerk en veel connecties had met medewerkers van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Daardoor was ze goed geïnformeerd. Verder geeft het dagboek goed inzicht over het dagelijks leven in Berlijn, is het een belangrijke primaire bron over het werk van verzetsgroep Oom Emil en beschrijft goed de situatie waarin Duitsland zich bevond op Stunde Null. Het boek is in verschillende talen vertaald. In Nederland verscheen het onder de titel Ik woonde in Berlijn.
Andeas-Friedrich verhuisde in 1948 naar München waar ze trouwde met Walter Seitz die ook lid was van de verzetsgroep Oom Emil. In 1977 beëindigde zij haar eigen leven.
Eerbetoon
bewerkenAndreas-Friedrich ontving in 2002 postuum van het Israëlische holocaustcentrum Yad Vashem de eretitel Rechtvaardige onder de Volkeren. Haar dochter Karin (1925-2015) ontving in 2004 dezelfde onderscheiding. In de Berlijnse wijk Steglitz is bij haar voormalige huis een herdenkingsplaquette te vinden. In dezelfde wijk is een park naar Andreas-Friedrich vernoemd.
Literatuur
bewerken- Ruth Andreas-Friedrich (2016). Ik woonde in Berlijn. De dagboeken van een Duitse verzetsvrouw, 1938-1948. Amsterdam: Balans.
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Ruth Andreas-Friedrich op de Duitstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.