Wereldkampioenschap wegrace 1953

sportseizoen van een motorfietssportcompetitie

Het wereldkampioenschap wegrace seizoen 1953 was het vijfde in de geschiedenis van het door de FIM georganiseerde wereldkampioenschap wegrace.

Wereldkampioenschap wegrace
seizoen 1953
Volgende: 1954
Vorige: 1952
Geoff Duke won zijn vierde wereldtitel in 1953
Geoff Duke won zijn vierde wereldtitel in 1953
Organisator Fédération Internationale de Motocyclisme
Aantal races acht voor 500 cc, zeven voor 350 cc en 250 cc, zes voor 125 cc en vijf voor de zijspanklase.
500cc-klasse
Rijderstitel Vlag van Verenigd Koninkrijk Geoff Duke
Tweede Vlag van Ierland Reg Armstrong
Derde Vlag van Italië Alfredo Milani
Constructeurstitel Vlag van Italië Gilera
350cc-klasse
Rijderstitel Vlag van Verenigd Koninkrijk Fergus Anderson
Tweede Vlag van Italië Enrico Lorenzetti
Derde Vlag van Federatie van Rhodesië en Nyasaland Ray Amm
Constructeurstitel Vlag van Italië Moto Guzzi
250cc-klasse
Rijderstitel Vlag van Duitsland Werner Haas
Tweede Vlag van Ierland Reg Armstrong
Derde Vlag van Italië Enrico Lorenzetti
Constructeurstitel Vlag van Duitsland NSU
125cc-klasse
Rijderstitel Vlag van Duitsland Werner Haas
Tweede Vlag van Verenigd Koninkrijk Cecil Sandford
Derde Vlag van Italië Carlo Ubbiali
Constructeurstitel Vlag van Italië MV Agusta
Zijspannen
Rijderstitel Vlag van Verenigd Koninkrijk Eric Oliver / Vlag van Verenigd Koninkrijk Stanley Dibben
Tweede Vlag van Verenigd Koninkrijk Cyril Smith / Vlag van Verenigd Koninkrijk Les Nutt
Derde Vlag van Zwitserland Hans Haldemann / Vlag van Zwitserland Josef Albisser
Constructeurstitel Vlag van Verenigd Koninkrijk Norton

Algemeen

bewerken

In 1953 reed Reg Armstrong in de lichte klassen met NSU's en hij werd in de 125cc-klasse negende en in de 250ccklasse tweede achter zijn teamgenoot Werner Haas. Haas was de eerste Duitser die een wereldtitel behaalde. Twee zelfs, want hij werd kampioen in de 125- en de 250cc-klasse. Na het vertrek van Les Graham had Velocette geen echt sterke fabrieksrijder meer. Bovendien was gebleken dat ook de nieuwe 250cc-DOHC-motor niet opgewassen was tegen de snellere Moto Guzzi Gambalunghino. In 1953 was het afgelopen; slechts enkele privérijders kwamen nog met Velocettes aan de start. Een protest van de coureurs en de steun van de belangrijkste teams zorgde ervoor dat de Grand Prix van Duitsland op de Schottenring flink aan belang inboette. Men vond het circuit te gevaarlijk en er zouden later ook geen WK-races meer gehouden worden. De 350- en de 500cc-race mochten wel verreden worden, maar zouden niet meetellen voor het WK. Carlo Bandirola (350cc, MV Agusta) en Walter Zeller (500 cc, BMW) mochten hun overwinningspunten niet houden. De lichtere 125- en 250cc, die met hun lagere vermogen minder gevaarlijk waren, telden wel mee. Opmerkelijk genoeg bleef de Isle of Man TT buiten schot, terwijl die gemiddeld één dode per jaar eiste. Norton-coureur Ken Kavanagh reed de laatste Grand Prix al met een Moto Guzzi Bialbero 250 en (waarschijnlijk) een Moto Guzzi Quattro Cilindri. Een voorbode van zijn succesvolle overstap naar dat merk in 1954. De overwinning van Moto Guzzi in de 350cc-klasse moet een verrassing voor de Britten zijn geweest. De Italianen hadden nog nooit machines in die klasse ingezet, waardoor Norton, AJS en Velocette de punten hadden kunnen verdelen.

Puntentelling

bewerken
 1e   2e   3e   4e   5e   6e 
Punten: 8 6 4 3 2 1

Aantal tellende wedstrijden

bewerken
 125 cc  250 cc  350 cc  500 cc  Zijspan
Aantal races: 6 6 7 8 5
Tellend: 4 4 4 5 4

Merken/teams

bewerken

Alle Italiaanse 500cc-teams hadden nu definitief gekozen voor Angelsaksische rijders, begrijpelijk omdat die de 60km-lange Snaefell Mountain Course op het eiland Man kenden. Zo reden Fergus Anderson, Reg Armstrong, Dickie Dale, Geoff Duke en Cecil Sandford in Italiaanse dienst voor de zware klassen en Arthur Wheeler, Tommy Wood en Bill Webster voor de lichtere klassen.

Coureurs

bewerken

Gestopt

bewerken

Overleden

bewerken
Isle of Man TT, Mountain Course

De TT van Man kostte in 1953 vijf levens: Op 8 juni verongelukte Harry Stephens tijdens de Junior TT met zijn Norton 40M manx bij Bishopscourt en tijdens dezelfde race verongelukte Thomas Swarbrick met een AJS 7R bij de 13e mijlpaal. TT Marshal Bernard Rodgers kwam op 10 juni om het leven bij een verkeersongeval ter hoogte van Ballagarraghyn. Op 12 juni verongelukte de Australiër Geoffrey Walker tijdens de Senior TT bij Kerrowmoar met een Norton 30M Manx en in dezelfde race ook voormalig wereldkampioen Les Graham met zijn MV Agusta 500 4C op Quarterbridge Road bij de "bottom of Bray Hill". Dit was een dag nadat Graham voor het eerst van zijn leven een race in de Isle of Man TT had gewonnen, de Lightweight 125 cc TT. Bruno Ruffo, die al een groot deel van het seizoen 1952 had gemist na een zware val in de Duitse Grand Prix, viel in de trainingen opnieuw zo hard dat hij besloot zijn carrière te beëindigen. Hetzelfde overkwam Rudi Felgenheier die bij een verkeersongeval tijdens een onofficiële training zwaar geblesseerd raakte. Bijna alle races kenden een interval-start, maar de Lightweight 125 cc TT kende een massastart. De Clubman-races reden tegelijk. De Rhodesiër Ray Amm was enorm succesvol: hij won zowel de Junior TT als de Senior TT.

Dutch TT, Assen

Na zijn val in de TT van Man won Geoff Duke nu wel de 500cc-race met zijn Gilera 500 4C. Enrico Lorenzetti won de eerste 350cc-race voor Moto Guzzi, met de Moto Guzzi Monocilindrica 350, die zich nog in het ontwikkelingsstadium bevond en niet meer was dan een 317cc-Moto Guzzi Gambalunghino. Werner Haas legde de basis voor twee wereldtitels door zowel de 125cc- als de 250cc-klasse te winnen. Er waren twaalf podiumplaatsen te vergeven, die werden verdeeld onder slechts zes coureurs: 1x Geoff duke en Enrico Lorenzetti, 2x Werner Haas, Fergus Anderson en Ken Kavanagh en 3x Reg Armstrong.

GP van België, Spa-Francorchamps

De Grand Prix van België trok een groot aantal van ongeveer 100.000 toeschouwers. Ze kostte het leven aan de Australiër Ernie Ring, die voor het eerst op de fabrieks-AJS Porcupine reed.

GP van Duitsland, Schottenring

Dat de internationale motorsport in Duitsland enorm populair was bleek uit het aantal toeschouwers: ongeveer 200.000. Zij werden echter geconfronteerd met een boycot van de grote merken AJS, Gilera, Moto Guzzi en Norton om hun zwaardere (350- en 500 cc) machines op het slechte wegdek te laten starten. Zo won Carlo Bandirola de 350cc-race met de experimentele MV Agusta 350 4C en Walter Zeller de 500cc-race met de BMW RS 53, maar zij mochten kun WK-punten niet houden omdat de races ongeldig werden verklaard. Alleen de lichte klassen reden wel omdat dat door hun beperkten vermogen minder gevaarlijk werd geacht. De organisatie van de Duitse Grand Prix op de Schottenring was dientengevolge eenmalig: er zou nooit meer een WK-Grand Prix gehouden worden.

Ulster Grand Prix, Dundrod

De Ulster Grand Prix was verhuisd van het ene stratencircuit naar het andere, mogelijk om wat bredere wegen te krijgen voor de zijspanklasse. Het Dundrod Circuit lag slechts twee kilometer van het Clady Circuit. De ACU leek nog steeds vastbesloten er een succesvolle Grand Prix van te maken. Ze werd zelfs uitgebreid met de zijspannen en in de 125cc-race kreeg men het recordaantal van negen deelnemers aan de start. De Nieuw-Zeelander Ken Mudford had een goede week: als privérijder, toegevoegd aan het team van Norton scoorde hij een punt in de 500cc-race en won hij de 350cc-race.

GP van Zwitserland, Bremgarten

Het programma van de motorraces werd over twee dagen verdeeld. Dat had onder meer te maken met de combinatie met de Formule 1 Grand Prix, die eneneens op 23 augustus werd verreden. In de 350cc-klasse debuteerde de toekomstig wereldkampioen Luigi Taveri, die met zijn AJS 7R op een ronde achterstand werd gereden.

GP des Nations, Monza

Nadat MV Agusta zich na het overlijden van Les Graham had teruggetrokken uit de 500cc-klasse, was men op Monza toch weer aanwezig. De 350cc-klasse en de zijspanklasse reden hun laatste race van het seizoen. Fergus Anderson kwam als 350cc-wereldkampioen naar Monza, maar in de zijspanklasse was het nog spannend tussen Eric Oliver en Cyril Smith. Er kwamen 100.000 toeschouwers naar de wedstrijden kijken. Zij zagen Werner Haas wereldkampioen in twee klassen worden.

GP van Spanje, Montjuïc

Hoewel de wereldtitels al vergeven waren, kwamen de meeste nieuwe wereldkampioenen toch naar Barcelona. Geoff Duke ontbrak, maar Fergus Anderson kwam wel, hoewel "zijn" klasse, de 350 cc, niet werd verreden. Werner Haas startte alleen in de 125cc-race, maar viel uit. Norton-coureur Ken Kavanagh nam een voorschot op zijn overstap naar Moto Guzzi in het seizoen 1954: hij startte waarschijnlijk met de viercilinder Moto Guzzi Quattro Cilindri met brandstofinjectie, maar haalde de finish niet.

500cc-klasse

bewerken

In 1953 was de rol van Norton in de 500cc-klasse uitgespeeld. Rex McCandless begon te werken aan de Silver Fish, die een stroomlijnkuip had waarin twee brandstoftanks waren geïntegreerd. Norton contracteerde Ray Amm, Ken Kavanagh en Jack Brett, maar ze konden de Gileras niet meer bedreigen. Topcoureur Geoff Duke was samen met Reg Armstrong en Dickie Dale overgestapt naar Gilera en pakte de titel. Duke werd in de Ulster Grand Prix tweede, viel uit in de Senior TT en de GP van België en startte niet in de GP van Spanje, maar alle andere (vier) wedstrijden won hij. Zijn teamgenoten Armstrong en Alfredo Milani werden tweede en derde. Fergus Anderson won de 500cc-race in Spanje met een Moto Guzzi Monocilindrica 350. Dat laatste was ook wel tekenend voor de vorderingen van de 500cc Quattro Cilindri, waarvan de ontwikkeling al een jaar bezig was. En dan was daar nog AJS, dat aan de start kwam met de E95 Porcupine, maar het beste resultaat was voor Rod Coleman, die tiende werd, nog achter Anderson met zijn 345cc Moto Guzzi…

Isle of Man TT, Mountain Course

De Italiaanse merken die stuk voor stuk Angelsaksische coureurs hadden aangetrokken om in de TT van Man en de Ulster Grand Prix te presteren, kwamen voorlopig van een koude kermis thuis. Ray Amm en Jack Brett waren met hun Norton Manx' de snelsten en alleen Reg Armstrong scoorde met de Gilera 500 4C een podiumplaats, maar zijn machine miste vermogen en in de laatste ronde moest hij ook nog zijn ketting opnieuw over de tandwielen leggen. De andere Gilera-rijders Geoff Duke en Dickie Dale haalden de finish niet, maar voor MV Agusta was het resultaat dramatisch toen Les Graham bij Bray Hill ten val kwam en overleed. Het team trok zich voor de rest van het seizoen terug, maar startte wel weer in de thuisrace, de GP des Nations.

Dutch TT, Assen

Geoff Duke profiteerde optimaal van het lange stratencircuit in Drenthe. Op korte circuits waren de Nortons nog steeds moeilijk te verslaan, maar in Assen werden Duke en teamgenoot Reg Armstrong met hun Gilera viercilinders eerste en tweede, voor Ken Kavanagh met de Norton Manx. Bill Doran trad weer aan met de AJS E95 "Porcupine", maar werd op ruim negen minuten gereden, wat op het oude Circuit van Drenthe nog net geen ronde was. Fergus Anderson en Enrico Lorenzetti konden met de nieuwe Moto Guzzi Quattro Cilindri geen indruk maken: ze vielen allebei uit. Walter Zeller werd met de BMW RS 53 weliswaar zevende, maar met een ronde achterstand. BMW nam het WK dan ook niet zo serieus: de RS 53 was bedoeld als productieracer. MV Agusta was afwezig in de 500cc-klasse: het had zich na de dood van Les Graham teruggetrokken. De 500cc-race was overigens een slijtageslag: van de 41 starters haalden slechts 13 de finish. Onder de uitvallers waren grote namen, naast Anderson en Lorenzetti ook de Gilera-rijders Dickie Dale, Alfredo Milani en Umberto Masetti, de AJS-rijder Rod Coleman en Ray Amm, die met zijn Norton de snelste ronde had gereden.

GP van België, Spa-Francorchamps

Hoewel het snelle stratencircuit van Spa-Francorchamps meer op het lijf van de Gilera 500 4C was geschreven, wist Ray Amm zijn Norton Manx toch naar de tweede plaats te rijden, voor WK-leider Reg Armstrong. Diens teamgenoot Alfredo Milani won de race, terwijl Geoff Duke uitviel. Fergus Anderson haalde de finish met de nieuwe Moto Guzzi Quattro Cilindri maar bleef met zijn zevende plaats puntloos. De race werd overschaduwd door het overlijden van Ernie Ring. Die was het seizoen begonnen met de door Robin Sherry ontwikkelde tweecilinder Matchless G45, maar was nu door AJS benaderd om met de AJS E95-fabrieksracer te starten. Hij kwam bij Burnenville ten val en was op slag dood.

GP van Frankrijk, Rouen

Gilera pakte flink uit in Frankrijk: Het bezette het hele 500cc-podium en voorzag ook vader en zoon Georges- en Pierre Monneret van haar viercilinders. Geoff Duke won zijn tweede GP, maar Reg Armstrong, die nog geen enkele race gewonnen had, behield de toppositie in de totaalstand. Alfredo Milani werd weliswaar derde, maar met ruim een minuut achterstand. Ray Amm, die tot dit moment met zijn Norton de eerste plaats met Armstrong had gedeeld, kon niet starten omdat hij in de 350cc-race een sleutelbeen gebroken had. Het 500cc-team van MV Agusta was afwezig uit piëteit vanwege het overlijden van Les Graham. Het 500cc-team van Moto Guzzi ontbrak ook, waarschijnlijk werkend aan het verbeteren van de Quattro Cilindri, waarvan de resultaten erg tegenvielen.

Ulster Grand Prix, Dundrod

De overwinning van Ken Kavanagh was belangrijk voor Norton, vooral nu haar beste rijder Ray Amm geblesseerd was. Kavanagh begon zich nu nadrukkelijk met de topposities in het WK te bemoeien, maar Geoff Duke (Gilera) deed met zijn tweede plaats ook goede zaken: hij naderde teamgenoot Reg Armstrong tot op één punt.

GP van Zwitserland, Bremgarten

Na zijn vierde plaats in de Ulster Grand Prix werd Reg Armstrong nu slechts derde, achter zijn teamgenoten Geoff Duke en Alfredo Milani. Met Giuseppe Colnago was het succes voor Gilera compleet. Duke nam de leiding in het kampioenschap nu over van Armstrong, die feitelijk 27 punten had, maar er daar drie van moest wegstrepen omdat slechts vijf resultaten meetelden voor het wereldkampioenschap. Het was ook een goede dag voor Piero Taruffi, de constructeur die er bij Giuseppe Gilera op had aangedrongen Duke naar Gilera te halen. Taruffi had toch al goede herinneringen aan het circuit van Bremgarten, want in 1952 had hij met een Ferrari zijn enige overwinning in de Formule 1 hier gehaald. Fritz Kleemann had de Horex 500cc-wegracer ter beschikking gesteld aan "Happi" Müller, die uit piëteit voor de verongelukte Les Graham niet met zijn MV Agusta mocht starten. Müller haalde de finish niet en dit was dan ook het laatste jaar van het bestaan van de 500cc-Horex.

GP des Nations, Monza

MV Agusta was op volle sterkte aanwezig, inclusief Carlo Bandirola, die zich dit seizoen vooral op het Italiaans kampioenschap had moeten richten. Bandirola viel echter uit, evenals Fergus Anderson, die weer eens met de Moto Guzzi Quattro Cilindri mocht aantreden. Gilera voorzag Pierre Monneret weer van een machine. Tegenover deze massale inzet van de Italiaanse merken stond de afwezigheid van de inmiddels kansloze teams van Norton en AJS. Gilera was opnieuw niet te verslaan. Het bezette de eerste vier plaatsen in de race en winnaar Geoff Duke was nu zeker van zijn vierde wereldtitel.

GP van Spanje, Montjuïc

Zonder de Gilera-rijders Geoff Duke en Alfredo Milani won Fergus Anderson met zijn eencilinder Moto Guzzi Monocilindrica 350 de Spaanse 500cc-Grand Prix. Anderson's overwinning was niet gestolen: er was wel degelijk sterke concurrentie van Dickie Dale, Giuseppe Colnago en Nello Pagani, die echter ook het hoofd moesten buigen voor Carlo Bandirola met zijn MV Agusta 500 4C. Bandirola was nog nauwelijks aan rijden toegekomen omdat MV Agusta zich na de dood van Les Graham uit het WK-seizoen had teruggetrokken. Fergus Anderson werd de eerste coureur in de geschiedenis die in één seizoen overwinningen in drie verschillende klassen had gescoord. De Britse merken kwamen er niet aan te pas: de snelste Norton-coureur Tommy Wood werd op twee ronden gereden en de enige AJS-rijder, Rod Coleman haalde de finish niet.

Uitslagen 500cc-klasse

bewerken
De Norton Manx was in 1953 nog slechts goed voor de vierde plaats
De AJS E95 kwam er in 1953 helemaal niet meer aan te pas.
Moto Guzzi bracht de Quattro Cilindri (hier als schaalmodel), maar zonder succes.
Datum Race Circuit 1e 2e 3e Snelste ronde
1 12 juni   Isle of Man TT Mountain Course Ray Amm Jack Brett Reg Armstrong Ray Amm
2 27 juni   TT van Assen Assen Geoff Duke Reg Armstrong Ken Kavanagh Ray Amm
3 5 juli   GP van België Spa-Francorchamps Alfredo Milani Ray Amm Reg Armstrong Geoff Duke
4 19 juli   GP van Duitsland Schottenring Uitslag ongeldig verklaard
5 2 augustus   GP van Frankrijk Rouen Geoff Duke Reg Armstrong Alfredo Milani Reg Armstrong
6 15 augustus   Ulster Grand Prix Dundrod Ken Kavanagh Geoff Duke Jack Brett Ken Kavanagh en Geoff Duke
7 23 augustus   GP van Zwitserland Bremgarten Geoff Duke Alfredo Milani Reg Armstrong Rod Coleman
8 6 september   GP des Nations Monza Geoff Duke Dickie Dale Libero Liberati Dickie Dale
9 4 oktober   GP van Spanje Montjuïc Fergus Anderson Carlo Bandirola Dickie Dale Fergus Anderson

Eindstand 500cc-klasse

bewerken
Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
1   Geoff Duke Gilera 38
2   Reg Armstrong Gilera 24 (30)
3   Alfredo Milani Gilera 18
4   Ken Kavanagh Norton 18
5   Ray Amm Norton 14
6   Jack Brett Norton 13
7   Dickie Dale Gilera 11
8   Giuseppe Colnago Gilera 11
9   Fergus Anderson Moto Guzzi 8
10   Rod Coleman AJS 7
Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
11   Carlo Bandirola MV Agusta 6
12   Libero Liberati Gilera 4
13   Bill Doran AJS 3
  Derek Farrant AJS
15   Cecil Sandford MV Agusta 2
  Nello Pagani Gilera
17   Peter Davey Norton 1
  Ken Mudford Norton
  Hermann Paul Müller MV Agusta
  Tommy Wood Norton

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

Constructeurstitel 500cc-klasse

bewerken
Pos. Constructeur Ptn.
1   Gilera 40 (54)
2   Norton 29 (30)
3   AJS 10
4   Moto Guzzi 8
5   MV Agusta 8

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

350cc-klasse

bewerken

In de 350cc-klasse kwam Ray Amm in 1953 met zijn Norton door een blessure niet verder dan de derde plaats, toen Moto Guzzi de Moto Guzzi Gambalunghino had opgeboord tot 317cc en Fergus Anderson de titel pakte voor teamgenoot Enrico Lorenzetti. De Guzzi-racer groeide uiteindelijk uit tot de Moto Guzzi Monocilindrica 350, in 1953 nog met slechts 345cc.

Isle of Man TT, Mountain Course

De Junior TT werd een prooi voor Norton, met Ray Amm en Ken Kavanagh op de eerste twee plaatsen. De Italiaanse merken hadden nog geen interesse voor de 350cc-klasse getoond, maar nu finishte er één in de Junior TT: Fergus Anderson werd derde met de eerste versie van de Moto Guzzi Monocilindrica 350, nu nog een tot 317 cc opgeboorde Moto Guzzi Gambalunghino. Die machine zou in de loop van het jaar doorontwikkeld worden en Anderson de wereldtitel brengen. De Velocette KTT Mk VIII had haar tijd nu wel gehad: de eerste finisher was R.F. Walker op de 31e plaats, mede omdat Cecil Sandford uitviel. Les Graham startte met het eerste prototype van de MV Agusta 350 4C, maar viel uit. Door zijn latere overlijden en het terugtrekken van het team van MV Agusta zou die machine pas in 1954 weer aan de start komen. .

Dutch TT, Assen

Enrico Lorenzetti was niet aan de start gekomen in de TT van Man, waar Fergus Anderson met de nieuwe Moto Guzzi Monocilindrica 350 op bijna drie minuten was gereden. In Assen versloeg Lorenzetti de Britse Norton Manx en AJS 7R voor het eerst: hij won voor Ray Amm en Ken Kavanagh.

GP van België, Spa-Francorchamps

Opnieuw werden Norton en AJS verslagen door de nieuwe Moto Guzzi Monocilindrica 350, die waarschijnlijk inmiddels was vergroot tot 345 cc. Fergus Anderson en Enrico Lorenzetti bleven Ray Amm ruim voor, terwijl ze onderling slechts met een seconde verschil finishten. Amm behield nog wel de leiding in het wereldkampioenschap, waarin de rol van de AJS 7R uitgespeeld leek.

GP van Frankrijk, Rouen

Ray Amm reed de snelste ronde in de 350cc-race, maar hij kwam ten val, brak daarbij een sleutelbeen en moest zijn seizoen beëindigen. Tot dat moment had hij aan de leiding van zowel het 350- als het 500cc-wereldkampioenschap gestaan. Het was ook een grote tegenslag voor Norton, want geen enkele andere rijder kon een vuist maken tegen de Moto Guzzi Monocilindrica 350. Fergus Anderson won de race dan ook met bijna twee minuten voorsprong op Pierre Monneret met een AJS 7R. Enrico Lorenzetti moest al een ronde toegeven, maar werd wel derde en behield zijn tweede plaats in het wereldkampioenschap, dat nu geleid werd door Anderson.

Ulster Grand Prix, Dundrod

In de 350cc-klasse kwamen waarschijnlijk weinig toprijders aan de start. Ken Kavanagh en Jack Brett vielen uit, evenals Alano Montanari, die normaal alleen in de 250cc-klasse aantrad. Zo kon het gebeuren dat een groot aantal rijders hun eerste punten van het seizoen scoorde: winnaar Ken Mudford, Bob McIntyre, Harry Pearce, Malcolm Templeton en Ken Harwood. In de top vijf van het wereldkampioenschap veranderde dan ook niets.

GP van Zwitserland, Bremgarten

Fergus Anderson begon aan de Zwitserse Grand Prix met slechts twee punten voorsprong op Ray Amm en Enrico Lorenzetti. Amm was echter geblesseerd en Lorenzetti viel in de race uit. Dankzij zijn overwinning was Anderson nu al zeker van de wereldtitel.

GP des Nations, Monza

Door de 350cc-race te winnen verzekerde Enrico Lorenzetti zich van de tweede plaats in het kampioenschap, voor de reeds lang geblesseerde Ray Amm, die evenveel punten had als Ken Kavanagh, maar dankzij zijn overwinning in de Junior TT derde werd voor Kavanagh. HP Müller startte weer met de Schnell-Horex en werd verdienstelijk zevende. In de 500cc-klasse had hij niet voor Horex gereden omdat zijn werkgever MV Agusta daar een beroep op hem deed. De ontwikkeling van de Moto Guzzi Monocilindrica 350 was erg snel gegaan. De machine was nu al zo overtuigend dat alleen Moto Guzzi-rijders binnen dezelfde ronde eindigden.

Uitslagen 350cc-klasse

bewerken
De DKW RM 350 kon in 1953 nog geen potten breken.
Datum Race Circuit 1e 2e 3e Snelste ronde
1 8 juni   Isle of Man TT Mountain Course Ray Amm Ken Kavanagh Fergus Anderson Ray Amm
2 27 juni   TT van Assen Assen Enrico Lorenzetti Ken Kavanagh Ray Amm Fergus Anderson
3 5 juli   GP van België Spa-Francorchamps Fergus Anderson Enrico Lorenzetti Ray Amm Ray Amm
4 19 juli   GP van Duitsland Schottenring Uitslag ongeldig verklaard
5 2 augustus   GP van Frankrijk Rouen Fergus Anderson Pierre Monneret Enrico Lorenzetti Ray Amm
6 15 augustus   Ulster Grand Prix Dundrod Ken Mudford Bob McIntyre Rod Coleman Ken Mudford
7 23 augustus   GP van Zwitserland Bremgarten Fergus Anderson Ken Kavanagh Rod Coleman Fergus Anderson
8 6 september   GP des Nations Monza Enrico Lorenzetti Fergus Anderson Duilio Agostini Enrico Lorenzetti

Eindstand 350cc-klasse

bewerken
Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
1   Fergus Anderson Moto Guzzi 30 (34)
2   Enrico Lorenzetti Moto Guzzi 26
3   Ray Amm Norton 18
4   Ken Kavanagh Norton 18
5   Jack Brett Norton 12
6   Rod Coleman AJS 9
7   Ken Mudford Norton 8
8   Pierre Monneret AJS 6
  Bob McIntyre AJS
10   Duilio Agostini Moto Guzzi 4
11   Josef Albisser Norton 3
  Harry Pearce Velocette
  August Hobl DKW
Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
14   Bill Doran AJS 2
  Derek Farrant AJS
16   Ernie Ring (†) AJS 2
  Tommy Wood Norton
  Malcolm Templeton AJS
  Leo Simpson AJS
20   Ray Laurent AJS 1
  Ken Harwood AJS
  Karl Hofman DKW
  Tony McAlpine Norton

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

Constructeurstitel 350cc-klasse

bewerken
Pos. Constructeur Ptn.
1   Moto Guzzi 32 (44)
2   Norton 28 (38)
3   AJS 18 (23)
4   DKW 4
5   Velocette 3

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

250cc-klasse

bewerken

In 1953 konden de Duitsers eindelijk toeslaan in de lichte klassen. NSU pakte met Werner Haas en Reg Armstrong de eerste twee plaatsen in de 250cc-klasse met de NSU Rennmax. Dat die machine erg snel was bleek in Assen, waar Werner Haas in zijn startronde (vanuit stilstand) met 141,777 km/h gemiddeld sneller was dan de snelste ronde van Bruno Ruffo in 1952: 141,770 km/h. Reg Armstrong reed voor MV Agusta in de 500cc-klasse, maar in de lichte klassen startte hij enkele malen met NSU's. In de 250cc-klasse startte hij in slechts vier wedstrijden, maar daarvan won hij er twee: de Ulster Grand Prix en de Grand Prix van Zwitserland. Daarmee werd hij tweede in het WK. Moto Guzzi had de Moto Guzzi Gambalunghino omgebouwd tot Bialbero 250, met dubbele bovenliggende nokkenassen, maar die was niet opgewassen tegen de NSU Rennmax.

Isle of Man TT, Mountain Course

Voor het eerst deden de Duitse fabrikanten een aanval op de hegemonie van Moto Guzzi in de Lightweight TT, maar Guzzi kwam met de nieuwe Moto Guzzi Bialbero 250 met dubbele bovenliggende nokkenassen en daarmee was Fergus Anderson de snelste. Werner Haas verloor met zijn NSU Rennmax slechts 17 seconden en Siegfried Wünsche werd met de DKW RM 250 derde. Reg Geeson werd met zijn zelfbouw-REG tiende. Een andere zelfbouwmachine, de CTS van Chris Tattersall, haalde de finish niet.

Dutch TT, Assen

Werner Haas was met de NSU Rennmax in de TT van Man weliswaar tweede geworden achter Fergus Anderson met de Moto Guzzi Bialbero 250, maar nu versloeg hij Anderson. Reg Armstrong werd met zijn NSU derde.

GP van Duitsland, Schottenring

Werner Haas won de 250cc-race met de NSU Rennmax en omdat Fergus Anderson met de Moto Guzzi Bialbero 250 niet scoorde bracht dit Haas alleen aan de leiding van het wereldkampioenschap. August Hobl werd met de DKW RM 250 derde.

Ulster Grand Prix, Dundrod

Dichter bij een thuisoverwinning kon een Ierse coureur als Reg Armstrong niet komen, maar dat had absoluut geen invloed op de stand in de 250cc-klasse. Werner Haas versloeg zijn grootste concurrent Fergus Anderson en liep zelfs nog uit in de totaalstand.

GP van Zwitserland, Bremgarten

Met een overwinning in de 250cc-race had Werner Haas zijn wereldtitel veilig kunnen stellen. Hij kwam echter ten val en hoewel hij wel weer opstapte finishte hij als zesde. Behalve Reg Armstrong profiteerde ook Fergus Anderson daarvan: ook hij werd weer titelkandidaat.

GP des Nations, Monza

Werner Haas finishte drie seconden achter Enrico Lorenzetti, maar dat deerde hem niet. Lorenzetti was geen concurrent in het wereldkampioenschap en Reg Armstrong werd slechts vierde. Zo was Haas zeker van de 250cc-titel.

GP van Spanje, Montjuïc

Enrico Lorenzetti won zijn tweede GP met de Moto Guzzi Bialbero 250 voor zijn nieuwe stalgenoot Ken Kavanagh, die meteen een sterke indruk op zijn nieuwe werkgever achterliet. Fergus Anderson, wereldkampioen 350cc, werd derde, Alano Montanari vierde en Tommy Wood vijfde. Zo was het succes voor Moto Guzzi groot, maar er kwam dan ook geen NSU Rennmax aan de start. De tiende plaats van Kurt Knopf reed hij met een heel nieuwe NSU, de veel eenvoudiger productieracer Sportmax.

Uitslagen 250cc-klasse

bewerken
Aan het einde van het seizoen verscheen het prototype van een nieuwe productieracer, de NSU Sportmax.
Datum Race Circuit 1e 2e 3e Snelste ronde
1 10 juni   Isle of Man TT Mountain Course Fergus Anderson Werner Haas Siegfried Wünsche Fergus Anderson
2 27 juni   TT van Assen Assen Werner Haas Fergus Anderson Reg Armstrong Werner Haas
3 17 juli   GP van Duitsland Schottenring Werner Haas Alano Montanari August Hobl Werner Haas
4 15 augustus   Ulster Grand Prix Dundrod Reg Armstrong Werner Haas Fergus Anderson Reg Armstrong
5 22 augustus   GP van Zwitserland Bremgarten Reg Armstrong Alano Montanari Fergus Anderson Reg Armstrong
6 6 september   GP des Nations Monza Enrico Lorenzetti Werner Haas Alano Montanari Enrico Lorenzetti
7 4 oktober   GP van Spanje Montjuïc Enrico Lorenzetti Ken Kavanagh Fergus Anderson Alano Montanari

Eindstand 250cc-klasse

bewerken
Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
1   Werner Haas NSU 28 (35)
2   Reg Armstrong NSU 23
3   Enrico Lorenzetti Moto Guzzi 22 (25)
4   Fergus Anderson Moto Guzzi 22 (26)
5   Alano Montanari Moto Guzzi 19
6   Ken Kavanagh Moto Guzzi 6
7   Siegfried Wünsche DKW 6
8   August Hobl DKW 6
Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
9   Otto Daiker NSU 6
10   Arthur Wheeler Moto Guzzi 4
11   Walter Reichert NSU 3
12   Tommy Wood Moto Guzzi 3
13   Sid Willis Velocette 2
  Wolfgang Brand NSU
15   Rupert Hollaus Moto Guzzi 1
  Umberto Masetti NSU

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

Constructeurstitel 250cc-klasse

bewerken
Pos. Constructeur Ptn.
1   NSU 32 (44)
2   Moto Guzzi 30 (46)
3   DKW 11
4   Velocette 2

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

125cc-klasse

bewerken

In 1953 won Les Graham voor het eerst van zijn leven een wedstrijd op het eiland Man. Hij deed dat in de Lightweight 125 cc TT. Een dag later verloor hij zijn leven tijdens de Senior TT. Hij werd postuum vijfde in het wereldkampioenschap. Graham had voor een hoopvolle aftrap van het seizoen voor MV Agusta gezorgd, maar Werner Haas werd toen al tweede en dat was een opmerkelijke prestatie voor iemand die het 60 km lange circuit niet kende. Haas won in Assen, Duitsland en Monza en werd met zijn NSU Rennfox met ruime voorsprong wereldkampioen in de 125cc-klasse in 1953. Het was het eerste grote naoorlogse succes voor Duitsland. De volgende vier plaatsen waren voor MV Agusta: Cecil Sandford, Carlo Ubbiali, Angelo Copeta en wijlen Les Graham. In 1953 nam er voor het eerst een Spaanse Montesa deel. Dat gebeurde in de 125cc-klasse waar Marcelo Cama twee punten wist te scoren en twaalfde werd.

Isle of Man TT, Mountain Course

Nog steeds trok de Ultra-Lightweight TT (overigens omgedoopt tot Lightweight 125 cc TT) weinig rijders. Slechts 22 kwamen er aan de start en 12 haalden de eindstreep. Les Graham scoorde zijn eerste overwinning met de MV Agusta 125 Bialbero én zijn eerste overwinning op het eiland Man, bijna een minuut voor de heftig strijdende Werner Haas en Cecil Sandford, die met slechts 0,2 seconde verschil over de finish gingen. Mondial bleef puntloos, maar het had zich (tijdelijk) teruggetrokken uit het wereldkampioenschap. Archie Fenn werd met een Mondial 125 Monoalbero-productieracer zevende en Dickie Dale viel uit.

Dutch TT, Assen

Hoewel MV Agusta zich na het overlijden van Les Graham uit de 500cc-klasse had teruggetrokken, zette het wel een tamelijk volledig team in in de 125cc-klasse. Carlo Ubbiali en Cecil Sandford waren met hun MV Agusta 125 Bialbero's echter niet snel genoeg voor de NSU Rennfox van Werner Haas.

GP van Duitsland, Schottenring

Carlo Ubbiali won de 125cc-race met de MV Agusta 125 Bialbero, maar had minder dan twee seconden voorsprong op Werner Haas met de NSU Rennfox. Ubbiali klom daardoor naar de tweede plaats in het WK, maar hij vormde nog geen echte bedreiging voor Haas, die bleef leiden.

Ulster Grand Prix, Dundrod

Nog steeds kon men het startveld voor de 125cc-klasse in Ulster niet vullen. Dit jaar waren er negen deelnemers en dat was een recordaantal. Door zijn overwinning had Werner Haas de wereldtitel op een haar na binnen. Alleen Cecil Sandford kon hem theoretisch nog bedreigen.

GP des Nations, Monza

Zelfs als Carlo Ubbiali of Cecil Sandford nog twee GP's zou winnen, had Werner Haas genoeg aan de vierde plaats om wereldkampioen te worden. Daar liet hij het echter niet op aan komen. Haas won met slechts 0,4 seconde verschil van Emilio Mendogni, die het gevecht om de tweede plaats van Ubbiali won. Zo was Haas ook 125cc-wereldkampioen. Mendogni scoorde met zijn podiumplaats tevens de eerste punten van het seizoen. Sandford kwam niet aan de start.

GP van Spanje, Montjuïc

NSU trad in de 125cc-klasse wél aan met een sterk team, maar Otto Daiker en Werner Haas vielen uit. Angelo Copeta en Cecil Sandford waren de derde NSU-rijder Rupert Hollaus royaal te snel af. Hollaus bereikte de finish ruim een minuut later dan het MV Agusta-team. Montesa, gevestigd in Barcelona, bracht een aantal van haar tweetakten op de baan, maar zonder succes.

Uitslagen 125cc-klasse

bewerken
De Mondial Monoalbero 125 kon in 1952 nog goed meekomen, maar in 1953 werden er in totaal slechts twee punten mee gehaald.
De MV Agusta 125 Bialbero was erg goed in 1953, maar niet sterk genoeg om de NSU Rennfox te verslaan.
Datum Race Circuit 1e 2e 3e Snelste ronde
1 11 juni   Isle of Man TT Mountain Course Les Graham Werner Haas Cecil Sandford Les Graham
2 27 juni   TT van Assen Assen Werner Haas Carlo Ubbiali Cecil Sandford Werner Haas
3 17 juli   GP van Duitsland Schottenring Carlo Ubbiali Werner Haas Otto Daiker Werner Haas
4 15 augustus   Ulster Grand Prix Dundrod Werner Haas Cecil Sandford Reg Armstrong Werner Haas
5 6 september   GP des Nations Monza Werner Haas Emilio Mendogni Carlo Ubbiali Werner Haas
6 4 oktober   GP van Spanje Montjuïc Angelo Copeta Cecil Sandford Rupert Hollaus Angelo Copeta

Eindstand 125cc-klasse

bewerken
Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
1   Werner Haas NSU 30 (36)
2   Cecil Sandford MV Agusta 20
3   Carlo Ubbiali MV Agusta 18
4   Angelo Copeta MV Agusta 17
5   Les Graham (†) MV Agusta 8
6   Otto Daiker NSU 7
7   Emilio Mendogni Morini 6
8   Wolfgang Brand NSU 5
9   Reg Armstrong NSU 4
  Rupert Hollaus NSU
11   Luigi Zinzani Morini 3
Pos. Coureur Motorfiets Ptn.
12   Arnold Jones MV Agusta 2
  Drikus Veer Morini
  Walter Reichert NSU
  Tito Forconi MV Agusta
  Marcello Cama Montesa
17   Bill Webster MV Agusta 1
  Lo Simons Mondial
  Karl Lottes MV Agusta
  Fron Purslow MV Agusta
  Paolo Campanelli MV Agusta
  Georg Braun Mondial

Constructeurstitel 125cc-klasse

bewerken

Omdat MV Agusta en NSU in de strijd om de constructeurstitel exact evenveel punten en overwinningen hadden gehaald en ook de overige plaatsen precies gelijk waren, werden alle race-tijden van de beste coureurs bij elkaar opgeteld. MV Agusta won met 36,1 seconde voorsprong op NSU en kreeg de titel.

Pos. Constructeur Ptn.
1   MV Agusta 30 (40)
2   NSU 30 (40)
3   Morini 9
4   Montesa 2
5   Mondial 2

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

Zijspanklasse

bewerken

Eric Oliver gebruikte in 1953 het "Silver Fish Kneeler"-ontwerp van het Norton-featherbed frame voor zijn zijspancombinaties en het werd door alle concurrenten uiteindelijk gekopieerd, waardoor de Kneeler zijspannen ontstonden. Oliver was daardoor de eerste zijspancoureur die met een volledig gestroomlijnde combinatie reed. BMW kwam steeds sterker op met eigen fabrieksteams als Wilhelm Noll/Fritz Cron, Ludwig Kraus/Bernard Huser en Fritz Hillebrand/Manfred Grunwald. Daar stond tegenover dat Gilera niet meer deelnam, en daardoor werd het juist een succesjaar voor Norton, dat de eerste vijf plaatsen in het wereldkampioenschap bezette. Met zijn nieuwe bakkenist Stanley Dibben won Oliver vier van de vijf Grands Prix en hij haalde zijn vierde wereldtitel.

GP van België, Spa-Francorchamps

Eric Oliver had in Stanley Dibben een goede vervangend bakkenist voor de gestopte Lorenzo Dobelli gevonden. Hij had feitelijk ook een nieuwe motorfiets, de Norton Manx Silver Fish Kneeler. Deze laag gebouwde machine was door Rex McCandless aanvankelijk ontwikkeld voor de 500cc-klasse, maar bleek prima te functioneren naast het Watsonian-zijspan. Het was de opmaat voor de toekomst: binnen enkele jaren zouden alle zijspancoureurs geknield zitten, maar nu kreeg Oliver er de bijnaam "frog" (kikker) door. Hij had ook nog niet zo veel profijt van zijn gestroomlijnde zithouding, want hij won met slechts een seconde verschil van Cyril Smith/Les Nutt, die een "normale" Norton Manx gebruikten. Ludwig "Wiggerl" Kraus en Bernard Huser werden met de BMW RS 53-zijspancombinatie derde, maar hadden ruim een minuut achterstand.

GP van Frankrijk, Rouen

Op het Circuit Spa-Francorchamps hadden Eric Oliver en Stanley Dibben nog niet echt kunnen profiteren van de stroomlijn van hun nieuwe Norton Silver Fish. Ze hadden weliswaar gewonnen, maar met een minimale voorsprong op Cyril Smith/Les Nutt. Op het meer bochtige Rouen-les-Essarts was het voordeel veel groter, waarschijnlijk niet zozeer vanwege de lage bouw, maar vanwege de geknielde zithouding van Oliver. Nu wonnen ze met ruim een minuut voorsprong en de rest van het veld werd op ten minste een ronde gereden.

Ulster Grand Prix, Dundrod

Ook de zijspanklasse was in Ulster niet ruim bezet met slechts zeven deelnemende combinaties, waarvan er slechts vijf de finish bereikten. Bij de twee uitvallers waren Eric Oliver en Stanley Dibben, die tot dat moment om de leiding vochten met Cyril Smith/Les Nutt. Die laatsten namen met hun "normale" Norton Manx-Watsonian-combinatie de leiding in het kampioenschap, voor Oliver/Dibben met de experimentele Norton Silver Fish.

GP van Zwitserland, Bremgarten

Eric Oliver en Stanley Dibben wonnen weliswaar de zijspanrace, maar hun stalgenoten Cyril Smith/Les Nutt beperkten de schade door tweede te worden en bleven aldus aan de leiding van het wereldkampioenschap. Willy Noll/Fritz Cron reden hun BMW met RS 53-koningsasmotor naar de derde plaats, maar het was al duidelijk dat de wereldtitel naar Norton zou gaan.

GP des Nations, Monza

Cyril Smith/Les Nutt kwamen weliswaar met twee punten voorsprong op Eric Oliver/Stanley Dibben naar Monza, maar ze hadden een groot nadeel. Oliver had zijn 24 punten te danken aan drie overwinningen en één nulscore, terwijl Smith één overwinning en drie tweede plaatsen had. Er moest echter één resultaat worden weggestreept en voor Oliver was dat uiteraard de nulscore. Smith moest echter zes punten wegstrepen en kon alleen wereldkampioen worden als Oliver lager dan de derde plaats finishte. Dat gebeurde echter niet. De beide Norton-combinaties leverden een geweldig gevecht, reden samen de snelste ronde en finishten met slechts 0,1 seconde verschil in het voordeel van Oliver/Dibben, die daardoor wereldkampioen werden. Inge Stoll versloeg in het zijspan van Jacques Drion haar toekomstige echtgenoot Manfred Grunwald, die in het zijspan van Fritz Hillebrand lag.

Uitslagen zijspanklasse

bewerken
Datum Race Circuit 1e 2e 3e Snelste ronde
1 5 juli   GP van België Spa-Francorchamps Eric Oliver /
Stanley Dibben
Cyril Smith /
Les Nutt
Wiggerl Kraus /
Bernhard Huser
Eric Oliver /
Stanley Dibben
2 2 augustus   GP van Frankrijk Rouen Eric Oliver /
Stanley Dibben
Cyril Smith /
Les Nutt
Hans Haldemann /
Josef Albisser
Eric Oliver /
Stanley Dibben
3 15 augustus   Ulster Grand Prix Dundrod Cyril Smith /
Les Nutt
Pip Harris /
Ray Campbell
Jacques Drion /
Inge Stoll-Laforge
Eric Oliver /
Stanley Dibben
4 23 augustus   GP van Zwitserland Bremgarten Eric Oliver /
Stanley Dibben
Cyril Smith /
Les Nutt
Wilhelm Noll /
Fritz Cron
Eric Oliver /
Stanley Dibben
5 6 september   GP des Nations Monza Eric Oliver /
Stanley Dibben
Cyril Smith /
Les Nutt
Jacques Drion /
Inge Stoll-Laforge
Eric Oliver / Stanley Dibben en
Cyril Smith / Les Nutt

Eindstand zijspanklasse

bewerken
Pos. Coureur Bakkenist Motorfiets Ptn.
1   Eric Oliver   Stanley Dibben Norton-Watsonian 32
2   Cyril Smith   Les Nutt Norton-Watsonian 26 (32)
3   Hans Haldemann   Josef Albisser Norton 12
4   Jacques Drion   Inge Stoll-Laforge Norton 10
5   Pip Harris   Ray Campbell Norton 6
6   Wilhelm Noll   Fritz Cron BMW 5
7   Marcel Masuy   Jules Nies Norton 5
8   Wiggerl Kraus   Bernhard Huser BMW 4
9   Julien Deronne   Bruno Leys Norton 4
10   Trevor Bounds   Rob Kings Norton 3
11   Fron Purslow   Dave Key BSA 2
  Len Taylor   Peter Glover Norton
13   Jean Murit   Francis Flahaut Norton 1
  Fritz Hillebrand   Manfred Grunwald en /
  Georg Barth
BMW

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

Constructeurstitel zijspanklasse

bewerken
Pos. Constructeur Ptn.
1   Norton 32 (40)
2   BMW 9
3   BSA 2

(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)

bewerken
Commons heeft media­bestanden in de categorie 1953 in Grand Prix motorcycle racing.
  NODES
Done 2
orte 1
see 5