actiemoeheid
- ac·tie·moe·heid
- samenstelling van actie zn en moeheid zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | actiemoeheid | |
verkleinwoord |
de actiemoeheid v
- (politiek) het na een lange strijd minder bereid zijn om actie te voeren
- ▸ "Ook het aantal stakers is lager dan donderdag en de regering zal ongetwijfeld hopen dat dit een teken is van actiemoeheid", zei NOS-verslaggever Mattijs Van de Wiel in Nieuws en Co op NPO Radio 1.[1]
- Het woord actiemoeheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Tiende actiedag in Frankrijk: rustiger, maar opnieuw brand en rellen” (28 maart 2023, 21:06), NOS