alelo

  1. tong
  2. taal


  • IPA: /a.ˈle.lo/
  • a·le·lo
enkelvoud meervoud
alelo alelos

alelo m

  1. (biologie) allel
vervoeging van
alelar

alelo

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van alelar
vervoeging van
alelarse

alelo

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van alelarse


alelo

  1. vocatief enkelvoud van alela
  NODES