• al·ler·trouwst
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen allertrouwst
verbogen allertrouwste
partitief allertrouwsts s -

allertrouwst

  1. uitermate trouw; trouwer dan de meeste anderen
     De fanclubs waren boos dat dit is ingevoerd zonder met hen te overleggen. Ze zijn ook bang dat kaarten nu niet terecht komen bij de allertrouwste fans die altijd naar de Europese uitduels gaan.[1]


  1.   Weblink bron
    Tamarah Swensen
    “Twente stelt kaartverkoop even uit” (21-09-2012), Tubantia
  NODES