• a·sien·to
enkelvoud meervoud
asiento asientos

asiento m

  1. zetel, stoel, zitplaats
  2. bodem (van een fles of pot)
  3. ligging (van een gebouw)
  4. contract
  5. verblijf
  6. bezinksel
  7. boeking
vervoeging van
asentar

asiento

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van asentar
vervoeging van
asentir

asiento

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van asentir
  NODES
Done 1