bore
- bo·re
vervoeging van |
---|
boren |
bore
- aanvoegende wijs van boren
- Het woord bore staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to bore |
he/she/it | bores |
verleden tijd | bored |
voltooid deelwoord |
bored |
onvoltooid deelwoord |
boring |
gebiedende wijs | bore |
bore
- onovergankelijk drillen, [een gat] boren
- onovergankelijk doordringen
- overgankelijk doorboren, uitboren
- overgankelijk, (sport) (bij het boksen) de tegenstander in de touwen doen belanden
bore
- verleden tijd van bear
- bore
bore
- voltooid deelwoord van bere
bore
- IPA: /bɔːrɛ/
- bo·re
bore
- IPA: /bɔrɛ/
- bo·re
bore
- In de betekenis van dennenbos
enkelvoud | meervoud |
---|---|
bore | boreau |
bore m