boskar

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  boskar    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bos·kar

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  bos zn  en  kar zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	boskar	boskarren
verkleinwoord	boskarretje	boskarretjes

Zelfstandig naamwoord

de boskar v / m

1. (bosbouw) een vervoermiddel dat vroeger in de bosbouw werd gebruikt om boomstammen en andere lange voorwerpen te vervoeren
2. vervoermiddel dat geschikt is om te rijden door een bos

   ▸ Op de natuurbegraafplaats Maashorst buiten het Noord-Brabantse dorp Schaijk start Roy van Boekel zijn elektrische Boskar voor een rondrit langs de graven.

Synoniemen

• [1] mallejan

Gangbaarheid

• Het woord 'boskar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boskar" herkend door:

55 %	van de Nederlanders;
70 %	van de Vlamingen.