• com·pu·ter·vi·rus
enkelvoud meervoud
naamwoord computervirus computervirussen
verkleinwoord computervirusje computervirusjes

het computerviruso

  1. (informatica) schadelijk computerprogramma dat zich kopieert naar andere programma's en van binnenuit de computer kapotmaakt
    • Een computervirus heeft de eigenschap dat het zichzelf kan overbrengen op andere programma's. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
  NODES