• con·fa·bu·la·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord confabulatie confabulaties
verkleinwoord - -

de confabulatiev [1]

  1. (psychologie) vormsel van de fantasie, verdichtsel, verzinsel
    • Wat zou de meest voorkomende geestesziekte zijn die een dergelijke confabulatie kan geven? 
  NODES