credit
- Geluid: credit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkredɪt / (2 lettergrepen)
- Geluid: credit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkrɛdɪt / (2 lettergrepen)
- cre·dit
- [A] via Frans crédit of direct van Italiaans credito, in de betekenis van ‘tegoed, schuldig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1543 [1] [2] [3]
- [B] van Engels credit
[A] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | credit | - |
verkleinwoord | - | - |
[A] het credit o
- geen meervoud (boekhouding) dat wat men als koopman of bankhouder schuldig is
- geen meervoud (boekhouding) passiefzijde, rechterzijde van de balans met schulden en vermogen
- geen meervoud (boekhouding) tegoed van de rekeninghouder
- krediet
- [2] creditzijde
- [3] tegoed
- crediteren, crediteur,
- creditboy, creditcard, creditkaart, creditline, creditmanagement, creditrating, tax-credit (ontleend via het Engels)
[B] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | credit | credits |
verkleinwoord |
[B] de credit m
- vermelde erkenning die iemand krijgt voor een behaald resultaat of zijn bijdrage daaraan
- ▸ Daisy: Ik had er een tijdje op zitten broeden, onder welke naam we onszelf moesten presenteren en wat voor mij rechtvaardig voelde. (…)
Karen: Billy zei: 'Wat vinden jullie van The Six featuring Daisy Jones?'
Rod: Zo stond het in de credits voor `Honeycomb'.[4]
- ▸ Daisy: Ik had er een tijdje op zitten broeden, onder welke naam we onszelf moesten presenteren en wat voor mij rechtvaardig voelde. (…)
- (onderwijs) toegekende punten voor een bepaalde studieprestatie als onderdeel van een telling om vast te stellen of aan exameneisen of andere voorwaarden is voldaan
- (spel) toegekende punten voor een bepaald resultaat in een computergame als onderdeel van een telling die aanspraak kan geven op bepaalde voordelen
- Het Engelse "credit" komt ook voor als eerste deel van ontleende woorden waarin het een financiële betekenis heeft, zie hierboven onder [A].
- Het woord credit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "credit" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ credit op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "credit" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Taylor Jenkins Reid (vert. Lette Vos)“Daisy Jones & the Six”, 3e druk (2022), Ambo Anthos, ISBN 9789026349249
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Geluid: credit (VS) (hulp, bestand)
enkelvoud | meervoud |
---|---|
credit | credits |
credit
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to credit |
he/she/it | credits |
verleden tijd | credited |
voltooid deelwoord |
credited |
onvoltooid deelwoord |
crediting |
gebiedende wijs | credit |
credit
- erkennen
- «He was credited for his consribution.»
- Zijn bijdrage vond erkenning.
- «He was credited for his consribution.»