cursusplaats

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  cursusplaats    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• cur·sus·plaats

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  cursus zn  en  plaats zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	cursusplaats	cursusplaatsen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de cursusplaats v / m

1. mogelijkheid tot deelname aan een cursus

Gangbaarheid

• Het woord cursusplaats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.