dagtank

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  dagtank    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈdɑxtɛŋk / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• dag·tank

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  dag zn  en  tank zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	dagtank	dagtanken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dagtank m

1. (techniek) tank die voldoende brandstof bevat die een motor in één dag verbruikt

   ▸ "In mijn boot heb ik een dagtank in gebouwd , voor als er problemen zijn met de hoofdtank . Uiteraard zal er altijd een kans zijn op bacteriën in de tank. Het is daarom voor een schipper zijn taak (goed vaderschap ) om te controleren of de tank schoon is", aldus Vaarkrantreporter Aad Zeeman.

Vertalingen

    1. tank die voldoende brandstof bevat die een motor in één dag verbruikt   

Engels: daily service tank (en), day tank (en), daily supply tank (en),

Gangbaarheid

• Het woord 'dagtank' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dagtank" herkend door:

54 %	van de Nederlanders;
44 %	van de Vlamingen.