dan
- dan
- [A] erfwoord
|
|
- [B] van Japans 段 (dan), in de betekenis van ‘een meestergraad bij Japanse sporten’ voor het eerst aangetroffen in 1961 [1]
[A] dan
- op een eerder genoemd tijdstip in de toekomst
- Het is morgen de twaalfde. Hij zei dat hij dan zou komen.
- ▸ Er kan ook een oranje windzak hangen. Dan mag je wel zwemmen, maar je opblaasflamingo moet op het strand blijven.[2]
- daarna, vervolgens
- Eerst gaat hij ontbijten, dan gaat hij de krant lezen.
[A] dan
- geeft meer nadruk aan een uitroep
- Heeft dan niemand zijn huiswerk gemaakt?
- Rot dan maar op!
[A] als ... dan
- indien
- Als hij niet komt, dan moeten we even bellen.
1. als ... dan
[A] anders dan
- behalve
- De nieuwe president van Suriname Desi Bouterse is niet welkom in Nederland, anders dan om zijn gevangenisstraf uit te zitten.
[A] dan ook
- in het geheel, ieder.
- Welk deel dan ook we nemen, de uitkomst is altijd hetzelfde.
- Geen kind dan ook zou daar mee geconfronteerd moeten worden.
1. dan ook
[A] dan
- na een vergrotende trap van een bijvoeglijk naamwoord of van een bijwoord
- Hij is groter dan ik. Ik ben even groot als zijn jongere broer.
- (verouderd) toen
- ▸ Tot 6-4 kon Moerzeke meespelen, doch dan zag men in de Okapi-zaai basketbal, die aan glorietijden van Okapi deed denken.[3]
- [2] alsdan
- [1] dan wel, dansluiting, danwel
|
1. na een vergrotende trap van een bijvoeglijk naamwoord of van een bijwoord.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dan | dans |
verkleinwoord | dannetje | dannetjes |
[B] de dan m
- (sport) elk van de tien graden van behendigheid bij Japanse vecht- of denksporten
- ▸ Is deze Joegoslaaf, die al van 1973 het middelpunt van juridische gevechten is en zijn bijnaam ontleent aan een derde dan karate, een gekwelde ex-geheim agent of een levensgevaarlijke crimineel?[4]
- ▸ In Europa wordt go pas sinds rond 1900 gespeeld, aanvankelijk vooral in Duitsland en Oostenrijk. (…) De Oostenrijker Manfred Wimmer (1944-1995) werd in 1978 de eerste westerse professional, de Amerikaan Michael Redmond (geboren 1963) werd in 2000 de eerste westerling die de hoogste rang van negende dan bereikte.[5]
- Het woord dan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dan" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "dan" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron “Dit moet je weten over een mui, een plek die je de zee in kan sleuren”, NOS-stories
- ↑ “ (1982-15-10), Nieuwe Gazet van Aalst
- ↑ Weblink bron Robert van de Roer“Joegoslaaf Mitric houdt de Nederlandse rechtspraktijk al jarenlang verdeeld : Status van 'Karate Bob' omstreden” (12 september 1986) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie Gents Go Genootschap“Speel het eeuwen oude chinese bordspel GO (weiqi -> in't chinees) : Info” op uitinvlaanderen.be
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- dan
dan
- IPA: /dɑn/
dan
- IPA: /ðɑn/ ~ /ðæn/ (Etsbergs)
dan m
- met hen twee.
- «Ich gaon dan - Wiel èn Baer - oet.»
- Ik ga met hen twee, Wiel en Baer, uit.
- «Ich gaon dan - Wiel èn Baer - oet.»
dan
dan
vervoeging van |
---|
dar |
dan
- derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van dar
dan