dialogeren
- Geluid: dialogeren (hulp, bestand)
- di·a·lo·ge·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
dialogeren |
dialogeerde |
gedialogeerd |
zwak -d | volledig |
dialogeren [1]
- aan een dialoog deelnemen
- Het woord dialogeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.