dienblad
- dien·blad
- samenstelling van dien ww en blad
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dienblad | dienbladen |
verkleinwoord | dienblaadje | dienblaadjes |
het dienblad o
- (huishouden) plateau om te gebruiken voor het opdienen van spullen
- Hij liet het dienblad uit zijn handen vallen.
- ▸ De ober balanceerde een zilveren dienblad op de vingertoppen van zijn gehandschoende hand.[1]
- ▸ Het café zag er in al zijn exotische alledaagsheid uit als een filmcoulisse, vlak boven zijn hoofd hing een opgezet hert, schilderijen met dieren in een bergomgeving aan de gelambriseerde muren, het publiek zag eruit als figuranten in een film, sterke vrouwenarmen die overvolle dienbladen droegen met halveliterglazen bier alsof ze alleen maar melk voor de koffie rondbrachten, het geroezemoes van de vreemde taal, iemand aan een naburig tafeltje vertelde heel luid een verhaal waar hij natuurlijk geen woord van begreep maar toch om lachte toen de toehoorders in lachen uitbarstten, zich op de knie sloegen en hun schuimende bierglazen ophieven.[2]
- Het woord dienblad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dienblad" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 27
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
dienblad
- (huishouden) dienblad; plateau om te gebruiken voor het opdienen van spullen
dienblad
- (huishouden) dienblad; plateau om te gebruiken voor het opdienen van spullen