• die·ren
  •  dier zn  met de uitgang -en

de dierenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord dier
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (dierkunde) taxonomisch rijk, Animalia   waartoe ook de mens toe behoort
    • Dieren zijn meercellige chemo-heterotrofe organismen. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


vervoeging van
dar

dieren

  1. derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van dar (modo subjuntivo/aanvoegende wijs)
  NODES
Done 1
eth 1
himmel 1