• doc·tors·graad
enkelvoud meervoud
naamwoord doctorsgraad doctorsgraden
verkleinwoord

de doctorsgraadm

  1. (onderwijs) titel die men behaalt na het promoveren aan een universiteit
     Als je promoveert doe je wetenschappelijk onderzoek en doe je daarvan verslag in een proefschrift. Als het onderzoek is afgerond en verdedigd krijg je een doctorsgraad. Die wordt in de nieuwe wet gelijkgesteld aan de in de Angelsaksische wereld gangbare PhD-graad.[2]
     In 2013 kreeg de Alhuraa University in Den Haag een boete wegens oplichting en valsheid in geschrifte. De instelling had ruim honderd mensen ten onrechte een bachelor-, master- of doctorsgraad gegeven.[3]
     Het kabinet voelt er niets voor de doctorsgraad in te trekken van mensen die wangedrag hebben gepleegd in hun wetenschappelijke carrière. De vraag of dat kan was opgekomen naar aanleiding van de affaire-Stapel. Volgens een onderzoekscommissie heeft de psycholoog in tientallen gevallen fraude gepleegd.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Promoveren mag straks ook bij universitair hoofddocenten” (Dinsdag 6 juni 2017, 22:41), NOS
  3.   Weblink bron “'Universiteit' en 'hogeschool' worden beschermde termen” (Vrijdag 1 mei 2015, 07:52), NOS
  4.   Weblink bron “Fraudeurs houden doctorsgraad” (Woensdag 27 februari 2013, 14:24), NOS
  NODES