doelman
  • doel·man
enkelvoud meervoud
naamwoord doelman doelmannen
doellieden
doellui
verkleinwoord doelmannetje doelmannetjes

de doelmanm

  1. (beroep) (sport) speler van een sportteam die door zijn doel te verdedigen moet voorkomen dat de tegenstander scoort
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  NODES