• don·der·dags
stellend
onverbogen donderdags
verbogen donderdagse
partitief donderdags

donderdags

  1. (tijdrekening) op de donderdag betrekking hebbend
    • Lekker onbezorgd een donderdags terrasje doen in Leuven! 

donderdags

  1. (tijdrekening) op donderdagen
    • We gaan donderdags meestal winkelen. 
  NODES