eerde
Niet te verwarren met: Eerde |
- eer·de
vervoeging van |
---|
eren |
eerde
- enkelvoud verleden tijd van eren
- Ik eerde.
- Jij eerde.
- Hij, zij, het eerde.
- Ik eerde.
- Het woord eerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
eerde
eerde
eerde