gasboer
- gas·boer
- samenstelling van gas zn en boer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gasboer | gasboeren |
verkleinwoord | gasboertje | gasboertjes |
de gasboer m
- iemand die gas verkoopt of verhandelt
- ▸ Economische reus Japan, gasboer Rusland en teerzandexploitant Canada keerden ”Kyoto” de rug toe, terwijl de VS het verdrag nooit hebben geratificeerd. Het verdrag bestaat nu alleen nog bij de gratie van de EU.[1]
- Het woord 'gasboer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gasboer" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron Bart van den Dikkenberg“Klimaat kind van de rekening in Durban” (12-12-2011), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be