gauwziekte
- Geluid: gauwziekte (hulp, bestand)
- gauw·ziek·te
- samenstelling van gauw en ziekte
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gauwziekte | |
verkleinwoord |
de gauwziekte v
- (evenhoevigen) hartverlammende ziekte bij schapen door eten van vergiftigde bladeren
- Het woord 'gauwziekte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.